- Een beroep op de medewerking van een architect is verplicht voor het opmaken van de plannen en controle op de uitvoering van de werken waarvoor een voorafgaande aanvraag om toelating tot bouwen is opgelegd;
- In het kader daarvan rust op de architect de verplichting om de bouwheer/opdrachtgever bij te staan in de keuze van de aannemer met het oog op de realisatie van het ontwerp aan de beste voorwaarden op vlak van prijs en kwaliteit. De architect vestigt daarbij de aandacht van de bouwheer/opdrachtgever op de door de aannemer aangeboden waarborgen;
- In een recent arrest van 20 mei 2021 (op dit moment alleen beschikbaar in het Frans) verduidelijkt het Hof van Cassatie de omvang van de bovenstaande raadgevings- en bijstandsplicht van de architect ten aanzien van de bouwheer;
- Zo stelt het Hof van Cassatie dat uit de raadgevings- en bijstandsplicht volgt dat de architect:
- ertoe is gehouden om de bouwheer/opdrachtgever in te lichten over de regels betreffende de toegang van de aannemer tot het beroep en de gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien; en
- bij het sluiten van de aannemingsovereenkomst de toegang tot het beroep dient te controleren;
- Sinds 1 januari 2019 moeten aannemers in Vlaanderen niet langer beschikken over een vestigingsattest om het beroep van aannemer te mogen uitoefenen maar de plicht van de architect om de bouwheer bij te staan bij de keuze van de aannemer blijft in Vlaanderen bestaan (bv. controle van technische bekwaamheid, van de goede of slechte reputatie, ...).
- Architecten moeten derhalve aandacht besteden aan deze verplichtingen zowel vóór als bij het sluiten van een aannemingsovereenkomst;
- Het Hof van Cassatie heeft verder de zaak verwezen naar het Hof van Beroep van Bergen.