In onze eerdere nieuwsbrief (2012/4) hebben wij reeds gewezen op de krijtlijnen waarbinnen de overheid haar toestemming tot doorverkoop in het kader van de economische expansiewetgeving kan/mag uitoefenen. Deze krijtlijnen worden nu ook bevestigd door de Raad van State en het nieuwe Decreet Ruimtelijke Economie van 13 juli 2012.
Het Hof van Cassatie heeft eerder reeds uitdrukkelijk en herhaaldelijk gesteld dat een instemming met de doorverkoop niet afhankelijk gemaakt kan worden van het afstaan door de verkoper van een vergoeding/meerwaarde (zie onze nieuwsbrief 2012/4).
In haar arrest van 21 juni 2011 (nr. 214.025) heeft ook de Raad van State dit standpunt bevestigd, waarbij gesteld werd:
De economische expansiewetgeving vereist dat voor de uitoefening van het recht van terugkoop, en hiervan afgeleid het recht een meerwaardevergoeding te vorderen, dit recht eerst tussen partijen moet zijn overeengekomen, wat te dezen niet is gebeurd.
Het arrest van de Raad van State laat dus op het eerste zicht wel mogelijkheden om het recht op een vergoeding/meerwaarde contractueel te voorzien tussen de partijen op grond waarvan de verkoper hiertoe alsnog gehouden zou kunnen worden.
Een dergelijke contractuele clausule is tot op heden echter (en voor zover ons bekend) nog nooit opgenomen. Daarenboven stelt zich hoe dan ook de vraag naar de rechtsgeldigheid van een dergelijke clausule, aangezien het Hof van Cassatie in haar eerdere arresten gesteld heeft dat de instemming met een geplande doorverkoop een bijzondere finaliteit heeft en de wetgeving op de economische expansie daarenboven strikt geïnterpreteerd moet worden: de aantasting/uitholling van het eigendomsrecht mag dan ook niet verder reiken dan hetgeen noodzakelijk is voor de realisatie van de doelstelling van algemeen belang (m.n. de bestendiging van de economische bedrijvigheid).
De rechtspraak van de Raad van State bevestigt ten overvloede dat de verkoper over voldoende juridisch verweer beschikt indien de overheid haar toestemming tot doorverkoop zou weigeren en/of afhankelijk zou maken van onwettige voorwaarden.
Ook het nieuwe Decreet Ruimtelijke Economie van 13 juli 2012 – waarover meer in onze andere nieuwsbrief - stelt uitdrukkelijk dat een weigering tot doorverkoop of bijkomende voorwaarden bij een doorverkoop niet louter ingegeven mogen zijn vanuit financiële overwegingen.