Situering
De Arbeidsovereenkomstenwet bevat regels over de opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd.
Die regels kunnen samengevat worden als volgt:
- beginsel: opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd zijn verboden,
- sanctie: ze worden vermoed een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te zijn,
- uitzonderingen: het vermoeden geldt niet als:
- er een onderbreking is tussen de arbeidsovereenkomsten toe te schrijven aan de werknemer,
- de werkgever bewijst dat de overeenkomsten gerechtvaardigd waren wegens de aard van het werk of andere wettige redenen (zie voor voorbeelden: Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2022-2023, 1307)
- maximum vier overeenkomsten voor een bepaalde tijd worden gesloten (telkens met minimumduur van drie maanden) zonder dat de totale duur van de opeenvolgende overeenkomsten twee jaar mag overschrijden,
- met toestemming van het Toezicht op de Sociale Wetten overeenkomsten voor een bepaalde tijd gesloten worden (telkens met een minimum duur van zes maanden) zonder dat de totale duur van de opeenvolgende overeenkomsten drie jaar mag overschrijden.
De Arbeidsovereenkomstenwet bevat ook regels over de maximale duur van vervangingsovereenkomsten en over de opeenvolging van vervangingsovereenkomsten.
Die regels kunnen samengevat worden als volgt:
- maximumduur van een vervangingsovereenkomst: twee jaar,
- maximumduur van opeenvolgende vervangingsovereenkomsten zonder een onderbreking toe te schrijven aan de werknemer: twee jaar,
- sanctie bij overschrijding van de termijn van twee jaar: de overeenkomsten worden vermoed een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te zijn,
- uitzondering: de duur van de vervangingsovereenkomst gesloten voor de vervanging van een werknemer met tijdskrediet mag twee jaar overschrijden.
Maar over een opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten bevat de Arbeidsovereenkomstenwet in de huidige stand van de wetgeving geen regels.
In 2021 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat dit een schending van het gelijkheidsbeginsel uitmaakt. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat het niet redelijk verantwoord is dat de waarborg van vastheid van betrekking na in beginsel twee jaar, enkel geldt in geval van hetzij opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd, hetzij opeenvolgende vervangingsovereenkomsten, doch niet in geval van een opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten (GwH nr. 93/2021, 17 juni 2021).
Recent werd in de Kamer een wetsontwerp goedgekeurd dat gevolg geeft aan het arrest van het Grondwettelijk Hof door de invoeging van een artikel 11quater in de Arbeidsovereenkomstenwet.
Een nieuw artikel 11quater in de Arbeidsovereenkomstenwet
1. Maximum twee jaar
Het nieuwe artikel bepaalt dat de totale duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en één of meerdere vervangingsovereenkomsten zonder dat er een onderbreking is, toe te schrijven aan de werknemer, niet langer mag zijn dan twee jaar.
Wanneer de duur van twee jaar wordt overschreden, dan gelden voor die overeenkomst dezelfde voorwaarden als voor de overeenkomst voor onbepaalde tijd.
De nieuwe regel laat de reeds bestaande regels over de opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en de regels voor de vervangingsovereenkomsten onverlet. Alle regels zijn tegelijkertijd van toepassing.
2. Eenmalig buiten beschouwing laten vervangingsovereenkomst
De vervangingsovereenkomst die volgt op verschillende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd die gerechtvaardigd zijn wegens de aard van het werk of wegens andere wettige redenen, wordt buiten beschouwing gelaten, zonder dat evenwel de totale duur van deze opeenvolging van overeenkomsten langer mag zijn dan drie jaar.
Een voorbeeld om dit te illustreren.
Een werkgever en een werknemer sluiten twee opeenvolgende overeenkomsten voor een bepaalde tijd met een duur van telkens zes maanden. De werkgever kan bewijzen dat die overeenkomsten gerechtvaardigd zijn wegens de aard van het werk of een andere wettige reden. Aansluitend wordt een vervangingsovereenkomst gesloten met een duurtijd van twaalf maanden. Na afloop van die vervangingsovereenkomst wordt opnieuw een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd gesloten voor een duur van 6 maanden. Die derde arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd wordt niet vermoed een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te zijn. De vervangingsovereenkomst wordt immers geneutraliseerd.
AOBPT 6 m + AOBPT 6 m (+ VO 12 m) + AOBPT 6 m < 24 m
Inwerkingtreding
De wet zal in werking treden op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Wij verwachten die publicatie binnenkort.
Het ingevoegde artikel 11quater van de Arbeidsovereenkomstenwet zal maar van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten vanaf de inwerkingtreding van de wet.
Maar let op! Voor de toepassing van het nieuwe artikel worden de arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten vóór de datum van inwerkingtreding van de wet en die in de opeenvolging voorafgaan aan de arbeidsovereenkomst gesloten vanaf de inwerkingtreding van de wet, mee in rekening genomen.
Auteur: Ann Taghon, Advocaat-Vennoot
BRON: Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten, Kamer 2022-2023, DOC 55 3096/003 en 3096/004.