In 2024 worden er opnieuw sociale verkiezingen georganiseerd voor de oprichting en de vernieuwing van de ondernemingsraden (OR) en de comités voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en de verkiezing van de personeelsvertegenwoordiging in die organen. De regels betreffende de sociale verkiezingen worden elke 4 jaar uiteengezet door de wetgever. Voor de komende verkiezingen van 2024 werden deze vastgelegd in het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, dat op donderdag 1 juni 2023 door de Kamer werd goedgekeurd.
Het wetsontwerp zal in werking treden vanaf de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Het wetsontwerp bevestigt in hoofdzaak de datum van de sociale verkiezingen van 2024 en legt enkele nieuwigheden vast, die we hieronder voor u toelichten.
Datum sociale verkiezingen 2024
De komende sociale verkiezingen vinden plaats tijdens de periode van 13 tot en met 26 mei 2024. Werkgevers die voldoen aan de voorwaarden om sociale verkiezingen op te starten (m.a.w. gewoonlijk gemiddeld 50 (CPBW) of 100 (OR) werknemers tewerkstellen tijdens de referteperiode), moeten wel al de eerste formele stappen zetten in december 2023. Meer bepaald zal er dan een eerste schriftelijke mededeling moet worden gedaan, die onder meer het aantal werknemers per categorie die op dat ogenblik in de onderneming wordt tewerkgesteld, vermeldt.
Voorwaarden stemrecht voor uitzendkrachten en rechtsgrond uitwisseling persoonsgevens tussen uitzendkantoor en gebruiker
Vroeger was het zo dat enkel vaste werknemers van een onderneming in aanmerking kwamen om te stemmen bij hun werkgever. Sinds de verkiezingen van 2020 is het echter zo dat uitzendkrachten bij hun gebruiker mochten stemmen indien aan een tweeledige anciënniteitsvoorwaarde werd voldaan. Aangezien de formulering van deze voorwaarde in de praktijk tot veel interpretatievragen en toepassingsproblemen leidde, werd deze vereenvoudigd. Voortaan mogen uitzendkrachten mee stemmen bij de gebruiker indien zij gedurende 3 kalendermaanden voorafgaand aan de kalendermaand waarin aanplakking geschiedt van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt 32 daadwerkelijke arbeidsdagen hebben gepresteerd in de juridische entiteit van de gebruiker of in de technische bedrijfseenheid (samengesteld uit de verschillende juridische entiteiten) van de gebruiker. Dat betekent dat uitzendkrachten mogen meestemmen indien zij 32 daadwerkelijke arbeidsdagen hebben gepresteerd tussen november 2023 en januari 2024. De anciënniteit van 32 arbeidsdagen omvat zowel periodes van onderbroken als ononderbroken arbeid. Enkel daadwerkelijk gepresteerde arbeidsdagen worden voortaan in rekening genomen.
Let op: Dit betreft enkel een stemrecht, uitzendkrachten kunnen zich nog steeds niet kandidaat stellen bij de gebruiker. Daarenboven is het ook niet vereist dat de uitzendkrachten aanwezig zijn bij de gebruiker op het ogenblik van de stemming.
Aangezien er in de praktijk vaak vragen rezen over de mogelijkheid voor uitzendkantoren om persoonsgegevens aan gebruikers over te maken, voorziet het wetsontwerp voortaan uitdrukkelijk in een rechtsgrond voor gegevensuitwisseling tussen uitzendkantoor en gebruiker. De overdracht gebeurt in verschillende fases. In een eerste fase worden enkel de gegevens die noodzakelijk zijn voor de opmaak van de kiezerslijsten overgemaakt. Na de dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, kunnen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het vervolg van de procedure worden overgemaakt.
Faciliteren alternatieve wijzen van oproepen en elektronisch stemmen op afstand
Terwijl de kiezers vandaag via een cascadesysteem worden opgeroepen, waarbij de overhandiging van hand tot hand altijd de eerste stap is, kunnen ondernemingen voortaan onder bepaalde voorwaarden én voor zover zij hier een unaniem akkoord over sluiten met de OR, of bij ontstentenis daarvan het CPBW of de vakbondsafvaardiging, overeenkomen om al in de eerste stap de kiezers via een alternatieve wijze (met name via e-mail) op te roepen. Dit akkoord moet uiterlijk op de dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de sociale verkiezingen aankondigt, worden gesloten. Bovendien moet de werkgever, zoals nu ook het geval is, het bewijs kunnen leveren dat de oproeping werd verzonden en ontvangen.
Sinds de sociale verkiezingen van 2020 is het mogelijk om werknemers elektronisch vanop afstand te laten stemmen vanop hun gebruikelijke werkpost in de onderneming. Voor de verkiezingen van 2024 wordt echter afgestapt van het principe dat de stemsoftware verplicht moet worden geïnstalleerd op het netwerk van de onderneming (en dus niet kan worden geïnstalleerd op de software van de fabrikant van dit stemsysteem). Niet alle werknemers hebben immers noodzakelijk een werkpost die aangesloten is op het beveiligde ondernemingsnetwerk. Voorwaarde is dat de stemming gebeurt via een end-to-end versleutelde netwerkverbinding, waarbij een betrouwbare authentificatie van de kiezer wordt gegarandeerd. Ook in dit geval, moet er nog steeds vanop de gebruikelijke werkplek worden gestemd.
Juridisch kader voor digitalisering van bepaalde procedurestappen en nieuwe webformulieren
Het wetsontwerp voorziet in een juridisch kader voor de verdere digitalisering van bepaalde procedurestappen, teneinde de administratieve lasten van de betrokkenen bij de procedure voort te verlichten. In dat verband worden nieuwe modelformulieren als bijlage bij het wetontswerp gevoegd.
Verzamelen statisch materiaal rond stemrecht uitzendkrachten en gendergelijkheid
Het wetsontwerp voorziet ten slotte in het verzamelen van bijkomende statistische gegevens. Teneinde een beter beeld te hebben op de impact van het stemrecht voor uitzendkrachten wordt er vooreerst voorzien in de mogelijkheid om cijfermateriaal te verzamelen over hun stemrecht. Daarnaast worden de statistieken over gendergelijkheid voortaan uitgebreid met cijfermateriaal over de werkgeversvertegenwoordigers en niet alleen de personeelsvertegenwoording. Deze informatie moet worden overgemaakt aan de OR, of bij ontstentenis daarvan de vakbondsafvaardiging, in de loop van de 6 maanden die volgen op de aanplakking van de verkiezingsresultaten.
Isabel Plets
Emilie Struyf