De wijzigingen van de procedureregels bij de Raad van State volgen elkaar in sneltreinvaart op.
De zogenaamde ‘e-procedure’ is nog maar net in werking getreden op 1 februari 2014 of de volgende wijzigingen loeren reeds om de hoek. Vanaf 1 maart 2014 worden immers een aantal grondige procedurele en inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd in de procedure.
E-procedure
Sedert 1 februari 2014 is het mogelijk om een procedure bij de Raad volledig elektronisch te voeren (e-procedure). De elektronische procedure wordt door de Raad zoveel mogelijk gestimuleerd, maar vormt dus (nog) geen verplichting.
De mogelijkheid tot een elektronische procedure is alvast een aanzienlijke administratieve vereenvoudiging, die vele stapels papier (en hiermee gepaard gaande kosten) kan besparen.
Hervormingen vanaf 1 maart 2014
Naast de invoering van de e-procedure, worden met ingang van 1 maart 2014 nog een aantal belangrijke procedurele en inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan de procedure bij de Raad van State. We overlopen hierna een aantal van de belangrijkste wijzigingen:
- Afschaffing enig verzoekschrift
Op heden dienen vorderingen tot schorsing of voorlopige maatregelen (behoudens in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid) altijd samen ingediend te worden met het verzoek tot nietigverklaring (het zogenaamde ‘enig verzoekschrift’).
Vanaf 1 maart 2014 verdwijnt dit enig verzoekschrift. Het wordt dus opnieuw mogelijk om afzonderlijke verzoekschriften in te dienen voor vorderingen tot schorsing, voorlopige maatregelen en nietigverklaring.
Een verzoekschrift tot schorsing of voorlopige maatregelen zal op elk ogenblik kunnen ingediend worden, dus ook nadat een verzoekschrift tot nietigverklaring werd ingesteld. Eveneens zal de mogelijkheid bestaan om meerdere verzoekschriften tot schorsing of voorlopige maatregelen in te dienen.
- Invoering bestuurlijke lus
Net zoals de Raad voor Vergunningsbetwistingen, verkrijgt de Raad van State de mogelijkheid om een bestuurlijke lus uit te voeren. Het gebruik van een bestuurlijke lus kan voorkomen dat een bestreden besluit wordt vernietigd door bepaalde kleinere gebreken (herstelbare gebreken) uit dit besluit lopende de procedure bij de Raad te laten herstellen.
Het is de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die de verwerende partij bij tussenarrest kan opdragen om een bestreden besluit te herstellen. Dit is enkel mogelijk bij een beroep tot nietigverklaring. Een belangrijke voorwaarde is dat de verwerende partij voorafgaand de toepassing van de bestuurlijke lus heeft aanvaard.
De praktijk zal moeten uitwijzen hoe zinvol dit is, maar bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt dit uitermate weinig (nooit) toegepast.
- Spoedeisendheid vervangt het ‘moeilijk te herstellen ernstig nadeel’
Een belangrijke nieuwigheid is de vervanging van de term ‘moeilijk te herstellen ernstig nadeel’ door het begrip ‘spoedeisend’. Enkel wanneer een zaak spoedeisend is, zal een schorsing of voorlopige maatregelen worden toegekend. Er werd aldus een nieuw beoordelingscriterium vastgesteld. Spoedeisende zaken omvatten de bestreden besluiten waarbij een gevaar op ‘onherroepelijke schadelijke gevolgen’ bestaat indien ze worden uitgevoerd.
Bedoeling is dat de invulling van dit begrip onderworpen blijft aan de evolutie in de rechtspraak.
- Belangenafweging
Op verzoek van de verwerende of tussenkomende partij zal de Raad van State in het kader van een verzoek tot schorsing/voorlopige maatregelen rekening moeten houden met de belangen van alle partijen. Er dient dan een belangenafweging te gebeuren door de Raad van State, waarbij ook het openbaar belang kan worden betrokken. De nadelen voor de verzoekende partij zullen worden afgewogen ten opzichte van de voordelen voor de verwerende en tussenkomende partij, rekening houdend met de nadelen/voordelen voor het openbaar belang.
- Kosten procedure
De tarieven voor het indienen van een beroep of een verzoek tot tussenkomst bij de Raad van State worden verhoogd met 25 euro. De insteller van een beroep bij de Raad van State zal vanaf dan 200 euro dienen te betalen en een partij die wenst tussen te komen 150 euro.
Nieuw is eveneens dat deze kosten bij aanvang van de procedure betaald zullen moeten worden zoals op heden tevens het geval is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De kosten zullen dus niet langer in debet geboekt worden en afgerekend worden op het einde van de rit.
Verdere hervormingen
Later dit jaar, op 1 juli 2014, zullen nog een aantal andere hervormingen in werking treden waaronder de mogelijkheid om een schadevergoeding te vorderen. Dit zal in een volgende nieuwsbrief verder worden behandeld.
Het valt te verhopen dat deze wijzigingen tegemoet zullen komen aan de bestaande knelpunten bij het voeren van dergelijke procedures.