20/05/14

Het Hof van Justitie verrast vriend en vijand van het “recht op vergetelheid

Inleiding

Het beschermen van uw reputatie op het internet, ook dit behoort tot het takenpakket van uw advocaat! Vanaf heden, 13 mei 2014, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie de positie van de persoon wiens gegevens worden gepubliceerd, de zogenaamde "betrokkene", aanzienlijk versterkt.

Het zal echter (hopelijk) een eeuwigdurende strijd blijven: de afweging tussen het recht op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van de persoonsgegevens versus de vrijheid van meningsuiting en informatie. Een overwinning van één van beide rechten zou namelijk maatschappelijk onverantwoord zijn.

Het arrest


Met het arrest van 13 mei 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: "Het Hof) het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie een stevige tik uitgedeeld. Zij stelt uitdrukkelijk dat de balans in principe dient door te wegen naar de kant van het recht op bescherming van de persoonsgegevens en meer bepaald van wat gemakshalve het "recht op vergetelheid" wordt genoemd. Deze principiële voorrang geldt zowel ten aanzien van het economisch belang van de exploitant van de zoekmachine, als het belang van het publiek om toegang te krijgen tot de informatie in kwestie.

Het Hof verraste vriend en vijand van het "recht op vergetelheid" met dit arrest, aangezien zij regelrecht ingaat tegen het advies van advocaat-Generaal Jääskinen (Conclusie Jaaskinen, Advocaat-Generaal bij arrest HvJ C-131/12, 25 juni 2013). Deze stelde namelijk dat de betrokkene in kwestie geen (algemeen) recht op vergetelheid kon inroepen, ook niet bij een uitlegging van de artikelen in kwestie conform het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.

Het Hof verduidelijkt -door middel van een antwoord op enkele prejudiciële vragen vanwege het Spaanse Audiencia Nacional- dat de artikelen 12, sub b en artikel 14, eerste alinea, sub a van de huidige richtlijn 95/46 het recht omvatten om koppelingen naar webpagina's verwijderd te zien, waar persoonlijke gegevens over de persoon in kwestie te vinden zijn.

De verplichting de zoekresultaten te verwijderen kan zelfs kan worden opgelegd wanneer de publicatie in kwestie rechtmatig is. De publicatie hoeft ook niet verwijderd te zijn op de website in kwestie, vooraleer de verwijdering van de koppeling naar deze publicatie kan gevraagd worden.

Hoewel het Hof in beginsel uitdrukkelijk de voorrang van het "recht op vergetelheid" vooropstelt, reikt zij enkele elementen aan die in bijzondere gevallen toch een andere afweging van de belangen mogelijk maken. Zo verwijst zij naar "de aard van de betrokken informatie" en "de gevoeligheid ervan voor het privéleven", alsook naar "het belang van het publiek om over de informatie te beschikken". In het kader van deze laatste afwegingsgrond is het van belang na te gaan wat de rol van de betrokkene in het "openbaar leven" inhoudt.


Praktische aanpak

De betrokkene kan zich rechtstreeks wenden tot de exploitant van de internetzoekmachine (denk aan Google, Yahoo, Bing, en dergelijke meer). Wanneer deze geen gevolg geeft aan dit verzoek, kan hij zich -onder bepaalde voorwaarden- richten tot de bevoegde autoriteiten om de koppeling van de resultatenlijst te laten verwijderen.

Ook het afdwingen van dit "recht op vergetelheid" door middel van een gerechtelijke procedure behoort tot de mogelijkheden. Het Hof heeft zich uitdrukkelijk uitgesproken over de territoriale bevoegdheid en de materiële werkingssfeer van de bepalingen in kwestie.

Bijstand vanwege een advocaat lijkt dan ook geen overbodige luxe te zijn, mede gelet op de interpreterende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omtrent de elementen, die van belang zijn om de belangenafweging tussen beide grondrechten te maken.

Besluit

Het Hof van Justitie van de Europese Unie schaart zich ingevolge dit arrest duidelijk aan de zijde van het recht op bescherming van het privéleven en de bescherming van de persoonsgegevens, in de woelige strijd "tegen" het recht op informatie en de vrijheid van meningsuiting.

Het is nu de vraag wat de gevolgen zullen zijn van dit arrest op de totstandkoming van de nieuwe verordening inzake bescherming van de persoonsgegevens. Het zogenaamde "recht op vergetelheid" wordt namelijk uitdrukkelijk voorzien in artikel 17 van het voorstel tot verordening van de Europese Commissie.

dotted_texture