16/07/15

Nieuwe EU Richtlijn in de maak die moet zorgen voor betere bescherming van bedrijfsgeheimen

Hoe bescherm je als ondernemer een idee, een concept, een productiemethode?  Hoe bescherm je bedrijfsgeheimen die je niet publiek wil maken door er een octrooi voor aan te vragen? Hoe bescherm je je knowhow, je klantenlijsten, researchgegevens?

De vraag blijkt telkens erg moeilijk te beantwoorden vanwege de juridische beperkingen in de bestaande intellectuele eigendomsrechten.  Europa tracht via een nieuwe richtlijn een bijkomende bescherming te creëren voor bedrijfsgeheimen en knowhow.

Knowhow is nauwelijks beschermd

Een zeer grote en steeds terugkerende  frustratie bij heel wat bedrijven, zeker in de creatieve sectoren waarin een groot deel van ons cliënteel zich bevindt, is de vaststelling dat leentjebuur spelen en aan de haal gaan met ideeën, ontwerpen en knowhow van concurrenten of zakenpartners  schering en inslag is.  We zien jaarlijks talloze dossiers in de reclamewereld, in de media-industrie, bij creatieve starters, app- en softwarebouwers waarin de investering van de ene partij zonder pardon overgenomen wordt door de andere partij.

Het probleem daarbij is dat een en ander in se geeneens verboden is.  De bestaande intellectuele eigendomsrechten hebben immers hun grenzen.  het merkenrecht beschermt enkel gedeponeerde merknamen, (moeilijk te bekomen) octrooirecht beschermen enkel technologische vernieuwingen, het auteursrecht botst op zijn grenzen wanneer niet de creatie, maar het idee erachter beschermd moet worden, …  In de meeste gevallen is de enige juridische opening voor de benadeelde ondernemer om oneerlijke marktpraktijken, “aanhaking” en “parasitaire mededinging” in te roepen, maar die rechtsfiguren kennen zeer strenge voorwaarden en in heel wat gevallen slaagt de ondernemer er niet in om te bewijzen dat aan die voorwaarden voldaan is.

Het gevolg hiervan is dat heel wat “intellectuele diefstallen” onbestraft blijven en het is precies daar dat de Europese Unie al enige tijd iets aan wil doen.

Ontwerp richtlijn

Om hieraan te verhelpen wordt sinds meer dan twee jaar  gewerkt aan een nieuwe Richtlijn.  De tekst hiervan werd oorspronkelijk ingediend door de Europese Commissie en is nu na lang onderhandelen en talloze aanpassingen in een vergevorderd stadium.  Over het huidige ontwerp werd eerder maand (juni 2015) gestemd in de Commissie Juridische Zaken van het Europees Parlement.  In de loop van de maand november wordt deze tekst in de plenaire vergadering van het Europees Parlement behandeld en in principe staat daarna nog weinig een snelle invoering in de weg.

De bedoeling van de Richtlijn is om bedrijfsgeheimen en knowhow een vergelijkbare bescherming te verlenen als bijvoorbeeld teksten en beelden onder het auteursrecht.  Het begrip “bedrijfsgeheim” zal dezelfde definitie hebben in alle lidstaten van de EU en een bedrijf zal dezelfde wapens krijgen als onder het auteursrecht om “inbreuken” een halt toe te roepen.  Er zal beslag gelegd kunnen worden, men zal een stakingsbevel kunnen bekomen (bevel om verder gebruik van de informatie te staken onder verbeurte van een dwangsom en men zal schadevergoeding kunnen vorderen voor de geleden (en bewezen) schade.

Interessant bij dit alles is dat, net als bij het auteursrecht, geen voorafgaande depot of registratie van een bedrijfsgeheim vereist is.  het loutere bestaan van knowhow, bedrijfsgeheimen, waardevolle bedrijfsinterne informatie zal volstaan om hieraan automatisch bescherming te verlenen.

Inhoud van de Richtlijn

Het ontwerp van richtlijn geeft in eerste instantie een zeer brede definitie van “bedrijfsgeheimen” als alle informatie die:

  1. niet algemeen bekend is,
  2. commerciële waarde heeft voor de eigenaar ervan,
  3. waarbij die eigenaar redelijke inspanningen heeft gedaan om de informatie geheim te houden.

Verboden wordt vervolgens “het onrechtmatig verkrijgen of publiek maken” van deze informatie.  Hier wordt verwezen naar de eerlijke marktpraktijken voor de bepaling van wat “onrechtmatig” is, wat gelet op de strenge voorwaarden uit de Belgische rechtspraak rond oneerlijke marktpraktijken en parasitaire mededinging meteen een rem dreigt te zetten op de doeltreffendheid van de richtlijn onder Belgisch recht.  Het valt af te wachten hoe een en ander uiteindelijk geformuleerd zal worden bij de omzetting in Belgisch recht en hoe de reactie van rechtspraak en rechtsleer hierop zal zijn.

In een aantal gevallen is in elk geval geen sprake van onrechtmatig verkrijgen of gebruik.  Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn als aangetoond kan worden dat er sprake is van onafhankelijke parallelle creatie (twee personen hebben op hetzelfde ogenblik los van elkaar hetzelfde idee), onderzoek en analyse van publiek beschikbare gegevens en -en deze laatste kan aanleiding geven tot problemen- wanneer iemand informatie rechtmatig in handen heeft gekregen.  Dit betekent dat ondernemers nog steeds zeer voorzichtig zullen moeten zijn wanneer zij ideeën of concepten delen met bijvoorbeeld potentiële klanten (we denken aan deelname aan een pitch in de reclamesector) en er nog steeds voor zullen moeten zorgen dat zij zorgen voor contractuele vertrouwelijkheidsclausules en van het nodige bewijs van de inhoud van de overgemaakte informatie en het tijdstip van overmaken aan de partner.

Concreet

Concreet zullen bedrijven heel wat gegevens die vandaag geen of slechts beperkte bescherming genieten kunnen beschermen.   Plannen voor nieuwe projecten, ontwerpen, klantenlijsten, creatie in het kader van pitches of tenders, resultaten van interne brainstorms, zowat alle vormen van bedrijfseigen knowhow zullen in de toekomst beschermd zijn.  Bedrijven zullen kunnen eisen dat dergelijke informatie geheim blijft en zullen veel makkelijker dan vandaag het geval is derden kunnen verbieden om die informatie zelf te gebruiken, publiek te maken of door te geven aan derden.

Voorzichtigheid zal niettemin de boodschap blijven.  Zorgvuldig omspringen met vertrouwelijke info, NDA’s en confidentialiteitsverklaringen laten ondertekenen waar mogelijk, zorgen dat vertrouwelijke informatie ook als vertrouwelijk gemerkt wordt, zorgen voor duidelijke interne processen en policy’s rond confidentiële informatie, etc… zullen ook onder de nieuwe richtlijn zeer belangrijk blijven.  Voorzichtigheid blijft met andere woorden de moeder van de porseleinwinkel.

Bezorgdheid bij o.m. journalisten

De brede definitie van het begrip bedrijfsgeheim heeft overigens gezorgd voor heel wat discussie en onzekerheid bij ondermeer journalisten, die vrezen dat de bescherming van bedrijfsgeheimen “de onderzoeksjournalistiek zoals LuxLeaks onmogelijk dreigt te maken”.  Een en ander werd aldus verwoord door Pol Deltour, nationaal secretaris van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten. Ook de Europese Federatie van Journalisten (EFJ) waarschuwt voor de inperking van het recht op vrije meningsuiting.

Het ontwerp lijkt echter in zijn huidige stand meer dan voldoende zekerheid te geven op het vlak van de rechten van journalisten, aangezien artikel 4 van het ontwerp hen het recht geeft om misstanden, fraude of illegale activiteiten aan het licht te brengen voor zover zij tenminste handelen in het openbaar belang.  Een en ander moet journalisten beschermen tegen schadevergoedingsclaims wegens het publiek maken van “bedrijfsgeheimen” die onwettige activiteiten toedekken.

dotted_texture