De GDPR zal op 25 mei 2018 in werking treden. Eén van de belangrijkste gevolgen van de inwerkingtreding van de GDPR, is dat de GDPR voorziet in een nieuw en vrij zwaar sanctiemechanisme ingeval schendingen bv. administratieve geldboetes of zelfs het verbod van gegevensverwerking (lees: complete lockdown). Om ervoor te zorgen dat deze sancties ook effectief worden opgelegd, heeft de wetgever de Privacycommissie omgevormd tot een effectief toezichtsorgaan: de Gegevensbeschermingsautoriteit. Of dit orgaan onmiddellijk zal overgaan tot het opleggen van administratieve boetes voor ondernemingen die niet GDPR-compliant zijn, valt nog af te wachten. In dat kader stelt zich wel een belangrijke fiscale vraag, namelijk de mogelijke aftrekbaarheid van eventuele boetes die door de Gegevensbeschermingsautoriteit zouden opgelegd worden.
Privacycommissie wordt Gegevensbeschermingsautoriteit
Om het toezicht op de naleving van de nieuwe privacyregels en de sanctionering op het overtreden ervan, te garanderen, was er een grondige hervorming nodig van het toezichthoudend orgaan. Met de wet van 3 december 2017 heeft de wetgever er dan ook meteen voor gekozen om de bestaande Privacycommissie op te heffen en te vervangen door de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Het belangrijkste verschil is dat de Gegevensbeschermingsautoriteit – in tegenstelling tot de Privacycommissie – meer dan een louter adviesorgaan zal zijn. Deze zal immers over werkelijke onderzoeks- en sanctiebevoegdheden beschikken, waardoor de naleving van de privacyregels ook effectief zal worden gecontroleerd en bestraft.
Klachten wegens de schending van de privacyregels, zullen in eerste instantie bij een eerstelijnsdienst terechtkomen, die eventueel een bemiddelingsprocedure kan opstarten.
Het is ook mogelijk dat de zaak bij de inspectiedienst wordt aanhangig gemaakt, hetzij op verzoek van het directiecomité of de geschillenkamer, hetzij op eigen beweging indien de inspectie bepaalde inbreuken vaststelt. Deze dienst zal dan over allerlei onderzoeksbevoegdheden beschikken zoals het verhoren van personen, het voeren van plaatsbezoeken, het onderzoeken van informaticasystemen, de inbeslagname of verzegeling van goederen of informaticasystemen, enzovoort.
Interessant hierbij is dat de Gegevensbeschermingsautoriteit ook een rechtsprekend orgaan krijgt, de geschillenkamer. Deze zal de dossiers dan ten gronde behandelen en finaal uitspraak doen over de op te leggen sanctie (bv. administratieve boetes).
Fiscaal aftrekbaar?
Ingevolge (oud) artikel 53, 6° Wetboek Inkomstenbelastingen van 1992 zijn geldboetes in principe niet fiscaal aftrekbaar. In de rechtspraak was er evenwel een tendens om het aftrekverbod te beperken tot boetes die zijn opgelegd op basis van een strafwet zodat louter administratieve boetes niet onder het aftrekverbod zouden vallen.
Vanuit die optiek zou kunnen overwogen worden om de administratieve boetes die zullen worden opgelegd naar aanleiding van een schending van de privacyregels fiscaal in aftrek te brengen. Maar een zekerheid is dit allerminst.
Men moet er zich immers van bewust zijn dat de fiscus zich strikter opstelt dan de hoven en rechtbanken. In 2008 werd door de fiscus zelf een circulaire gepubliceerd waarin zij aangeeft welke boetes volgens haar fiscaal aftrekbaar zijn en welke niet. Zo blijkt uit de circulaire dat de fiscus de aftrek van boetes naar aanleiding van inbreuken van de milieuwetgeving, reglementering inzake mededinging,… niet aanvaardt. In het verlengde van deze circulaire zal de fiscus de aftrek van de boetes naar aanleiding van een schending van de privacyregels wellicht ook niet aanvaarden. Er moet bijgevolg rekening worden gehouden met het feit dat een eventuele gerechtelijke procedure zich kan opdringen om de aftrekbaarheid van de privacyboetes in rechte te bekomen. Afhankelijk van de omvang van de boete kan dergelijke procedure overwogen worden.
Bovenstaande zal evenwel slechts mogelijk zijn voor boetes opgelegd vóór 1 januari 2020. Naar aanleiding van de hervorming van de vennootschapsbelasting werd ook de bepaling omtrent de fiscale aftrek van de geldboetes hervormd. In de nieuwe wet wordt ook de aftrek van de puur administratieve geldboetes uitgesloten. Deze bepaling treedt in werking op 1 januari 2020. Vanaf dan zijn alle administratieve sancties – waaronder de boetes naar aanleiding van een schending van de privacyregels - simpelweg niet fiscaal aftrekbaar meer.