Een zero-sum game is een situatie met twee of meer spelers, waarbij er winnaars en verliezers zijn. Het totaal aantal punten die de winnaar krijgt, is gelijk aan het totaal aantal punten verloren door de verliezer(s). Dergelijk scenario is in vele gevallen ideaal, maar niet op economisch niveau. In principe is economische groei geen zero sum rate. Helaas lijken wij stilaan naar het tegenovergestelde scenario te gaan, waarbij de Belgische economie als verliezer zal uitkomen. Op globaal en Europees niveau wordt de druk op schadelijke fiscale concurrentie in een sneltempo opgevoerd. Europa heeft intussen een voorstel van richtlijn klaar, de zogenaamde anti-BEPS-richtlijn, waarin landen worden aangespoord om hun wetgeving aan te passen om ervoor te zorgen dat ondernemingen hun fair share aan vennootschapsbelastingen betalen. Daarbij uit Europa ook kritiek op lokale fiscale regimes. Voor België staan onder meer de notionele interestaftrek, de excess-profit rulings en de octrooiregeling onder druk. Laat dit nu net de fiscale paradepaartjes zijn die België op internationaal niveau voor investeerders op de kaart zetten. Herinnert u zich nog de georganiseerde promotiecampagne: “Invest in Belgium - increase your profits” die daarrond werd georganiseerd? Wie zich onderscheidt van anderen valt namelijk op, nietwaar. Zo heeft ieder land haar eigen ‘unique selling proposition’.
Europa lijkt helaas steeds minder voor dit idee gewonnen. Zij denkt alleen maar aan de strijd tegen bedrijven die country shoppen om te ontspringen aan hun fiscale verplichtingen. Hoewel zulks, spijts de perceptie, veelal op legale wijze gebeurt, kan dergelijke bedrijfsvoering in tijden van economische crisis op weinig begrip worden onthaald. Europa wil daarom de neuzen in dezelfde richting en pleit voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, waarin geen plaats meer zal zijn voor lokale fiscale gunstregimes zoals een notionele interestaftrek (CCCTB).
De vraag rijst of op die manier niet meteen de doodsteek wordt gegeven voor kleinere economieën waar fiscale gunstregimes juist onderdeel uitmaken van het economisch beleid. Begrijp mij niet verkeerd. Internationale coördinatie is zeker noodzakelijk in de rechtvaardige strijd tegen internationale fiscale fraude. In dat opzicht zullen zowel van overheden als bedrijven inspanningen gevraagd worden. Maar de ijver voor fiscale transparantie (internationale gegevensuitwisseling) is nog iets anders dan de ijver voor een Europese inkomstenfiscaliteit. Dat laatste idee is namelijk een sluipend gif dat de lokale economieën van kleine landen zwaar kan aantasten.
De fiscale maatregelen die Europa nu aan de kaak stelt, werden destijds weldoordacht genomen. Sommigen nemen hierbij lobbyfiscaliteit of fiscale piraterij in de mond. Dit is verkeerd. Men kan juist zeggen dat men heeft ingezet op de sterkte van de lokale economie. De karaattaks is hier overigens ook een mooi voorbeeld van. Nergens in Europa zijn er meer diamantairs aanwezig. In tegenstelling tot de Oostbloklanden heeft België geen lage arbeidslonen, dus moeten er andere manieren worden gezocht om jobcreatie te stimuleren, minstens om het aantal jobs te blijven behouden.
Als men streeft naar uniformiteit in heffingsgrondslag zullen landen zich alleen maar als fiscaal aantrekkelijk land kunnen profileren door zich te richten op een daling van de vennootschapsbelasting. De minister van financiën heeft intussen al aangegeven om eventueel over te schakelen naar een duaal belastingsysteem in vennootschapsbelasting, waarbij men zou kunnen opteren voor een tarief van 33,99% met bijhorende aftrekken of een soort flat tax rate van 20 à 22%. De race to the bottom is al ingezet. Maar wat weerhoudt ondernemingen er niet van om naar het Amerikaanse of Aziatische continent te trekken, waar er meer ruimte is voor fiscale authenticiteit? Er moet dan ook zeer omzichtig worden omgesprongen met dergelijke voorstellen. One size doesn’t fit it all. België moet vechten voor het behoud van haar eigen fiscaal stelsel en haar eigen economie. Om het met Kalimero’s woorden te zeggen: “Zij zijn groot en ik ben klein en dat is niet eerlijk, o nee”. Daarom moet er gecultiveerd worden wat Europa België verwijt, want dat is eigenheid. Wij zijn het monetaire beleid al kwijt aan de ECB. Als nu ook Europa zich in de fiscaliteit gaat roeren, blijft er van lokale economische beleidsvoering maar weinig over. Neen, het voorstel van de minister mag louter een goed plan B zijn.
Overigens, Europa doet er goed aan om in de boeken te duiken van John Nash, wiskundige en nobelprijswinnaar. Hij was van oordeel dat men het zero-sum game aspect van de economie kan elimineren doordat iedere persoon handelt uit eigenbelang, maar tevens uit interesse voor de groep als geheel. Op die manier zou dit meer winnaars en minder verliezers produceren. Welnu, laat ons tijdig en kritisch nadenken hoe er op internationaal niveau een compromis kan worden bereikt zonder dat België al te hard moet inleveren op haar fiscaal eigen regime. Want hoe meer je jezelf bent, hoe minder je als iedereen bent. En daar heeft iedereen baat bij.