De Europese Commissie is op 15 januari 2016 een formeel onderzoek gestart naar mogelijke steun van de Belgische Staat aan twee containerterminaluitbaters op de haven van Antwerpen. De Commissie wil nagaan of de haven van Antwerpen deze twee bedrijven (PSA Antwerp en Antwerp Gateway) onterecht heeft bevoordeeld ten opzichte van haar concurrenten door het verlagen van boetes. Het onderzoek is er gekomen na een klacht van een concurrent, Katoen Natie (logistieke groep van Fernand Huts).
Volgens de concessieovereenkomsten die het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen sloot met PSA Antwerp en Antwerp Gateway moest elk jaar een minimum aantal containers worden behandeld in de haven (de zogenaamde minimale tonnenmaatverplichting). In de periode 2009-2012 slaagden de twee betrokken uitbaters hierin echter niet waardoor zij in principe een boete moesten betalen aan het Havenbedrijf, een overheidsinstantie die volledig in handen is van de stad Antwerpen. Deze inning gebeurde echter niet en in plaats daarvan werden de minimale containerhoeveelheden vermindert met terugwerkende kracht. Als gevolg hiervan viel de finale boete met ongeveer 80% lager uit dan aanvankelijk voorzien hetgeen een vermindering van tientallen miljoenen euro met zich
meebracht.
De Commissie gaat nu na of deze verlaging wel marktconform is en niet leidt tot mogelijke staatssteun. Ze gaat met name na of een particuliere investeerder in gelijkaardige omstandigheden met dezelfde boeteverlaging zou hebben ingestemd. Is dit niet het geval, dan gaat het om steun die nadien wel nog kan worden goedgekeurd door de Commissie. Indien de Commissie echter finaal oordeelt dat het gaat om onverenigbare steun, zal deze moeten worden teruggevorderd door de Belgische Staat.
Het Havenbedrijf Antwerpen heeft reeds gereageerd en laat weten dat ze er het volste vertrouwen in heeft dat er geen sprake is van staatssteun.