23/07/18

Tip 10:Het verzoek tot rechtzetting: een nieuwigheid in de fiscale procedure

Wanneer uw bedrijf het niet eens is met de ontvangen (aanvullende) aanslag in de vennootschapsbelasting, kan hiertegen een schriftelijk bezwaar worden ingediend bij de adviseur-generaal. Bij een negatieve beslissing van de adviseur-generaal kon de belastingplichtige tot voor kort enkel nog een vordering bij de rechtbank van eerste aanleg instellen. De wet van 15 april jl. heeft hierin verandering gebracht.

Met ingang van 1 mei 2018 kan men de adviseur-generaal schriftelijk en gemotiveerd verzoeken om zijn beslissing recht te zetten. Dergelijk verzoek tot rechtzetting is enkel mogelijk als nog geen vordering in rechte werd ingesteld en moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van de kennisgeving van de beslissing over het bezwaarschrift. De adviseur-generaal moet gemotiveerd uitspraak doen over de aangevoerde grieven. Tegen deze nieuwe beslissing kan een vordering in rechte worden ingesteld binnen een termijn van een maand vanaf de kennisgeving ervan.

Hoewel dit niet expliciet blijkt uit de wettekst, lijkt deze bijkomende bezwaarprocedure enkel nuttig wanneer de initiële beslissing van de adviseur-generaal behept is met een evidente fout. Denk bijvoorbeeld aan het geval waar de adviseur-generaal ten onrechte een bezwaar afwijst wegens laattijdigheid. Voor 1 mei 2018 restte een belastingplichtige in dergelijk geval niks anders dan zich te wenden tot de rechtbank. Nu kan een verzoek tot rechtzetting worden ingediend. Is geen sprake van een evidente fout, dan lijkt een beroep op deze nieuwe procedure niet alleen weinig nuttig maar houdt ze zelfs gevaren in.

TIP 10

Kernpunten

-  Bijkomende bezwaarprocedure sinds 1 mei 2018.

-  Beperkte draagwijdte.

-  Bedoeld om evidente fouten in de beslissing van de adviseur- generaal recht te zetten.

dotted_texture