Voor het tweede semester van het jaar 2019 blijft de interestvoet voor de betalingsachterstand bij handelstransacties op 8,0%.
Voor interesten in het verleden (vóór 16 maart 2015) bestaat er nog een onderscheid tussen overeenkomsten gesloten vóór 16 maart 2013 en overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd vanaf 16 maart 2013. Dit onderscheid vloeide voort uit de wijziging van de Wet van 2 augustus 2002 die de referentie-interestvoet had verhoogd. Pas vanaf 16 maart 2015 lopen de interestvoeten voor de overeenkomsten gesloten vóór 16 maart 2013 en voor de overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd vanaf 16 maart 2013, gelijk wegens de beëindiging van de overgangsperiode (art. 14, 2de lid Wet van 2 augustus 2002).
Overzicht overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd vanaf 16 maart 2013:
- 2019/2 : 8%
- 2019/1 : 8%
- 2018/2: 8%
- 2018/1 : 8%
- 2017/2 : 8%
- 2017/1: 8%
- 2016/2: 8%
- 2016/1: 8,5%
- 2015/2: 8,5%
- Vanaf 16/03/2015: 8,5%
- T.e.m. 15/03/2015: 8,5%
- 2014/2 : 8,5%
- 2014/1 : 8,5%
- 2013/2 : 8,5%
- 2013/1 : 9%
Overzicht overeenkomsten gesloten vóór 16 maart 2013:
- 2019/2 : 8%
- 2019/1: 8%
- 2018/2: 8%
- 2018/1 : 8%
- 2017/2 : 8%
- 2017/1: 8%
- 2016/2: 8%
- 2016/1: 8,5%
- 2015/2: 8,5%
- Vanaf 16/03/2015: 8,5%
- T.e.m. 15/03/2015: 7,5%
- 2014/2 : 7,5%
- 2014/1 : 7,5%
- 2013/2 : 7,5%
- 2012/1 - 2013/1: 8%
- 2011/2 : 8,5%
- 2009/2 - 2011/1 : 8%
- 2009/1 : 9,5%
- 2007/2 - 2008/2 : 11,5%
- 2007/1 : 11%
- 2006/2 : 10%
- 2003/2 - 2006/1 : 9,5%
- 2003/1 : 10%
- 2002/2 : 10,5%
(Mededeling van de FOD Financiën i.u.v. art. 5, tweede lid, Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2019)
Auteurs
Pim van den Bos en Siegfried Busscher