1. Tijdelijke werkloosheid
Verschillende stelsels.
Op dit moment (01/04/2020) zijn er twee stelsels van tijdelijke werkloosheid wanneer een werknemer niet kan werken: (1) tijdelijke werkloosheid als gevolg van overmacht, dit is bijvoorbeeld omdat de werknemer niet kan werken omdat de werkplek niet langer open kan blijven en (2) tijdelijke werkloosheid o.w.v. economische oorzaken. Dit is in essentie o.w.v. de economische impact van de Corona-crisis. De voorwaarden en gevolgen van beide stelsels zijn verschillend.
Voorkeur voor 1 stelsel van 13/03/2020 t.e.m. 19/04/2020.
De RVA heeft meegedeeld dat in de periode van 13/03/2020 t.e.m. 19/04/2020 er zoveel mogelijk geopteerd wordt voor één stelsel van werkloosheid t.g.v. overmacht (Corona). Dat houdt in dat men prefereert dat alle vormen van tijdelijke werkloosheid te wijten aan het coronavirus worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Retroactiviteit mogelijk.
Dit systeem werkt retroactief, hetgeen inhoudt dat retroactief overmacht worden aangevraagd vanaf 13/03/2020. De huidige regeling werkt t.e.m. 19/04/2020, maar deze periode kan worden verlengd tot 30/06/2020. Op dit moment kunnen we enkel uitgaan van een regeling t.e.m. 19/04/2020. De RVA heeft op haar website een FAQ gepubliceerd die zij regelmatig update.
Voltijds versus deeltijds.
Het is mogelijk om zowel voltijds als deeltijds in te stappen in het systeem van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Werknemers kunnen dus op bepaalde dagen werken. Er moet wel steeds worden gewerkt met een volledige dag.
Formaliteiten.
Er werd gekozen om zo weinig mogelijk formaliteiten te hebben. De RVA raadt aan de formaliteiten via het sociaal secretariaat te laten lopen.
Rechten van de werknemer.
(1) De werknemer die tijdelijk werkloos wegens overmacht wordt gesteld, wordt zonder toelaatbaarheidsvoorwaarden toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen. Dit geldt, voor de periode van 01/02/2020 tot en met 30/06/2020, ook voor de werknemer die tijdelijk werkloos is wegens economische oorzaken. De werknemer ontvangt van 01/02/2020 tot 30/06/2020 een uitkering gelijk aan 70% van zijn gemiddeld geplafonneerd loon (geplafonneerd op 2.754,76 EUR per maand). (2) Daarenboven ontvangt de werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens overmacht (reden “coronavirus”) bovenop de werkloosheidsuitkering een supplement van 5,63 EUR per dag, ten laste van de RVA. Er wordt op de werkloosheidsuitkering en op de aanvulling een bedrijfsvoorheffing ingehouden van 26,75%.
In verschillende ondernemingen wordt een aanvulling voorzien bovenop de werkloosheidsuitkeringen en de RVA-aanvulling om het verlies te dekken voor de werknemer. Een dergelijke, bijkomende aanvulling betaald door de werkgever is vrij van RSZ-bijdragen en onderworpen aan de inhouding van een bedrijfsvoorheffing van 26,75%. De RSZ stelt wel als voorwaarde hiertoe dat de som van de RVA-uitkering die de werknemer ontvangt en de aanvulling niet tot gevolg mag hebben dat de werknemer netto meer zou ontvangen dan wanneer hij gewerkt had.
Daarnaast heeft de Vlaamse overheid aangekondigd dat werknemers die in het Vlaamse gewest zijn gedomicilieerd en die tijdelijk werkloos worden als gevolg van de corona-maatregelen of -crisis, automatisch (via de RVA) een financiële tegemoetkoming voor 1 maand van 202,68 EUR netto ontvangen voor de betaling van de water- en energiefactuur. Of de werknemer in kwestie zelf een contract met een water- of energieleverancier sloot is niet relevant en de tegemoetkoming wordt integraal betaald zodra de werknemer in kwestie minimaal één dag tijdelijk werkloos is (in een voltijds of deeltijds regime). De Waalse en Brusselse overheid kondigden vooralsnog geen dergelijke maatregelen aan voor financiële tegemoetkomingen aan de tijdelijk werkloze werknemers zelf.
Gelijkstellingen.
De periode van tijdelijke werkloosheid wordt gelijkgesteld voor het wettelijk pensioen en voor de opbouw van wettelijke vakantiedagen. De aanvullende pensioenen/groepsverzekeringen dienen geverifieerd te worden m.b.t. het al dan niet doorlopen (is er een dekking premievrijstelling in geval van tijdelijke werkloosheid?), evenals andere aanvullende verzekeringen (bijv. de hospitalisatieverzekering). Of er een impact is op de opbouw van de eindejaarspremie dient te worden geverifieerd in de respectievelijke toepasselijke regelgeving (vaak de CAO op sectorniveau). In het paritair comité 200 is geen gelijkstelling van de periode van tijdelijke werkloosheid voorzien voor de berekening van de eindejaarspremie.
Het stelsel van economische werkloosheid blijft bestaan. Het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden en arbeiders blijft bestaan.
ECONOMISCHE OORZAKEN (ARBEIDERS) / ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN (BEDIENDEN)
Arbeiders
Bedienden
- = werkgebrek te wijten aan economische oorzaken (niet aan andere oorzaken, bijv. onderhoud machines of gebrekkige organisatie), dat tijdelijk is en onafhankelijk van de wil van de werkgever
- gedeeltelijke werkloosheid is mogelijk (per dag kijken)
- kennisgeving ten minste 7 kalenderdagen voor 1ste werkloosheidsdag
- Er is een CAO nr. 147 gesloten in de Nationale Arbeidsraad die het niet langer nodig maakt een sector-CAO, ondernemings-CAO of ondernemingsplan te hebben. Deze CAO is van toepassing tussen 18/03/2020 en 30/06/2020 en op regelingen van gedeeltelijke of volledige schorsing waarvan de begin- en einddatum vallen tijdens de geldingsduur van deze CAO.
Deze CAO heeft een suppletief karakter en doet geen afbreuk aan de reeds bestaande sector-CAO’s, ondernemings-CAO’s of ondernemingsplannen. Ook ondernemingen die reeds een ondernemingsplan hebben ingediend dat nog niet werd goedgekeurd, vallen onder deze CAO. Het blijft mogelijk om op sectoraal of ondernemingsniveau zelf CAO’s of ondernemingsplannen uit te werken.
De maximale duur bedraagt 16 weken (volledige schorsing arbeidsovereenkomst), hetzij 26 weken (gedeeltelijke schorsing arbeidsovereenkomst)
- De onderneming moet in moeilijkheden zijn (i) door daling 10% omzet OF (ii) ingevolge tijdelijke werkloosheid van 10% van arbeiders OF (iii) erkend door de Minister op basis van omstandigheden die op korte termijn substantiële daling omzet, productie of aantal bestellingen. Deze laatste situatie zal het meest voorkopen.
- Gedeeltelijke werkloosheid is mogelijk (per dag kijken)
- Kennisgeving ten minste 7 kalenderdagen voor 1ste werkloosheidsdag
In de huidige situatie (01/04/2020) moet de werkgever in geval van werkloosheid om economische redenen van bedienden een bijkomend bedrag betalen bovenop de werkloosheidsuitkering, zoals bepaald in een collectieve arbeidsovereenkomst of ondernemingsplan.
Bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst of ondernemingsplan zal de werkgever een bijkomend bedrag van minstens 5 EUR per dag tijdelijke werkloosheid betalen. Voor arbeiders is dit extra bedrag gelijk aan minstens 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid.
In sommige sectoren bestaan er evenwel sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in een hogere aanvullende vergoeding voor arbeiders die door de werkgever moet worden betaald dan wat de wet voorschrijft. Indien arbeiders in de onderneming een hoger bedrag ontvangen dan bedienden omwille van de op hen van toepassing zijnde sectorale regeling – of bij gebrek aan arbeiders in de onderneming indien het paritair comité dat van toepassing zou zijn indien er arbeiders zouden zijn een hogere vergoeding toekent, zal het supplement voor bedienden zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst of het ondernemingsplan minstens gelijkwaardig zijn aan dat van deze arbeiders. Minstens zal het supplement voor bedienden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst of het ondernemingsplan gelijkwaardig zijn aan 2 EUR.
2. Maatregelen aangaande telewerk, physical distancing in essentiële en niet-essentiële bedrijven
De Belgische regering heeft op 23/03/2020 een ministerieel besluit uitgevaardigd met betrekking tot dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Deze maatregelen zijn in principe van toepassing tot 05/04/2020 (ondertussen is een verlenging tot 19/04/2020 aangekondigd). De maatregelen die de regering uitvaardigt – alsook de lijst van essentiële bedrijven – veranderen evenwel op regelmatige basis.
Het ministerieel besluit heeft de sluiting van alle winkels bevolen, op enkele uitzonderingen na (bv. voedingswinkels). Als gevolg daarvan zijn de werknemers die er werken tijdelijk werkloos door overmacht.
Bovendien zijn alle niet-essentiële bedrijven verplicht om telewerk te organiseren voor alle werknemers die door hun functie thuis kunnen werken. Indien de functie bepaalde werknemers niet toelaat om telewerk te verrichten, is de werkgever verplicht om het werk (en het vervoer georganiseerd door de werkgever) zo te organiseren dat de regels van physical distancing (met name een fysieke afstand van 1,5 m) kan worden gerespecteerd. Als het niet mogelijk is om deze voorwaarden te respecteren, moet de werkgever zijn bedrijf sluiten. De werknemers zullen in dat geval tijdelijk werkloos zijn ten gevolge van overmacht.
Alle essentiële bedrijven (bv. ziekenhuizen, migratiediensten, media, beschermingsdiensten, farmaceutische industrie,...) kunnen blijven werken. Ze zullen echter in de mate van het mogelijke hun best doen om telewerk te organiseren en de regels van physical distancing te respecteren.
Schematisch geeft dit het volgende:
3. Sociale verkiezingen en ontslagbescherming
Huidige situatie.
De crisis i.v.m. het coronavirus heeft eveneens een impact op de organisatie van de sociale verkiezingen. De Groep van 10 (waarbinnen het interprofessioneel sociaal overleg wordt gevoerd door de werknemers- en werkgeversorganisaties) heeft vorige week aangekondigd dat de procedure voor de sociale verkiezingen tijdelijk geschorst dient te worden. Op 24/03/2020 heeft de Nationale Arbeidsraad een advies uitgebracht. De NAR schaart zich achter de verklaring van de Groep van 10 om de sociale verkiezingen op te schorten.
Advies NAR.
Net zoals de Groep van Tien stelt de NAR dat de sociale verkiezingen tijdelijk dienen te worden geschorst voor de handelingen die gelegen zijn na dag X+35. Dit betekent in de praktijk dat de kandidatenlijsten (nog) dienen te worden ingediend. Elke daaropvolgende handeling (bv. mededeling van de kandidatenlijsten aan de werknemers) wordt opgeschort.
Er wordt door de NAR voorgesteld om de sociale verkiezingen te laten plaatsvinden in de periode die loopt van 16/11/2020 tot en met 29/11/2020. Behalve wanneer er andersluidende afspraken zouden gemaakt worden met de overlegorganen, raadt de NAR aan om de nieuwe dag van de verkiezingen (nieuwe dag Y) niet vrij te bepalen, maar deze te laten volgen uit een “logische inpassing” van de oorspronkelijk gekozen dag(en) Y.
Uiteraard roept de opschorting van de verkiezingsprocedure talrijke vragen op. De NAR formuleert enkele technische en/of juridische aandachtspunten in haar advies:
Volgens de NAR zullen de kandidaten die reeds op de kandidatenlijst voorkomen op dag X+35 genieten van de ontslagbescherming die van toepassing is op de (kandidaat-) personeelsafgevaardigden.
De personeelsafgevaardigden van de bestaande ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk die thans van de ontslagbescherming genieten, zouden hun bescherming genieten totdat de nieuw verkozen organen geïnstalleerd zijn (dus tot op de nieuwe dag Y+45). De bestaande organen zouden teven blijven functioneren totdat de nieuwe overlegorganen geïnstalleerd zijn.
Een bijzondere moeilijkheid betreft de ontslagbescherming van eventuele vervangers die in de toekomst zouden aangeduid worden. De NAR stelt voor om de (nieuwe) kandidaat die conform de toepasselijke regels ter vervanging van een (oude) kandidaat wordt voorgedragen een ontslagbescherming te laten genieten “die pas verder loopt vanaf de 36 dagen voor de dag van de herneming (X+36) van de verkiezingsprocedure”.
Het is belangrijk te noteren dat het bovenstaande enkel gebaseerd is op een advies van de NAR dat als leidraad kan dienen voor de regering. Tot op heden zijn er nog geen wetgevende teksten gepubliceerd en is er dus geen zekerheid omtrent het bovenstaande. De NAR heeft de regering en de FOD WASO aangespoord om dringend een regelgevend kader op te stellen en goed te keuren, zodat er rechtszekerheid kan ontstaan.