De Arbeidsovereenkomstenwet wijdt een hoofdstuk aan de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. Hierin worden specifieke regels i.v.m. de formaliteiten verbonden aan het sluiten van een dergelijke overeenkomst, de inhoud van een dergelijke overeenkomst en de beëindiging ervan, vooropgesteld.
Daarenboven zijn er specifieke regels inzake fiscaliteit en onderworpenheid aan RSZ-bijdragen van kracht.
Vanaf 01.01.2012 is er een nieuwe regeling i.v.m. studentenarbeid van kracht. Deze regeling houdt een versoepeling en vereenvoudiging in van de regels die tevoren in voege waren.
Een eerste wijziging betreft de categorieën studenten die uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van de reglementering terzake. Deze uitsluitingen werden in het leven geroepen om oneerlijke concurrentie tegenover laaggeschoolde werknemers en werkzoekenden te vermijden.
Het betreft meer concreet:
- Studenten die ingeschreven zijn in een avondschool of die onderwijs volgen met beperkt leerplan: zij zijn enkel onderworpen aan de bepalingen inzake studentenarbeid gedurende de perioden van de schoolvakanties
- Studenten die bij wijze van stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van hun studieprogramma. Deze uitsluiting is beperkt tot het verrichten van de bij het studieprogramma voorgeschreven arbeid
- Verder werden onder de regelgeving die van kracht was voor 2012 ook studenten uitgesloten die minstens zes ononderbroken maanden bij dezelfde werkgever werken. Deze beperking in de tijd is thans opgetrokken tot twaalf maanden. Hierdoor is het voor de werkgever mogelijk om contracten voor de duur van één jaar te sluiten en bijvoorbeeld een student voor één weekenddag gedurende het hele jaar of gedurende de twee volledige zomermaanden aan te werven.
Verder werd ook het aantal arbeidsdagen waaronder een student onder de specifieke regeling valt, uitgebreid. Vanaf 01.01.2012 kan een student gedurende 50 dagen per kalenderjaar in het kader van de studentenarbeid werken. Hierbij dient opgemerkt dat de student niet tewerk mag gesteld worden op tijdstippen waarop hij / zij verplicht aanwezig dient te zijn in de onderwijsinstelling waarbij hij / zij ingeschreven is. Deze 50 dagen kunnen gespreid worden over het hele kalenderjaar. De opsplitsing in twee keer 23 dagen die tevoren gold, werd dus verlaten.
De lonen die betaald worden aan studenten in het kader van een overeenkomst voor studentenarbeid, zijn niet onderworpen aan de gewone sociale zekerheidsbijdragen, doch aan een bijzondere solidariteitsbijdrage.
Voor 01.01.2012 verschilde deze bijdrage naargelang de student te werk gesteld werd tijdens de zomermaanden dan wel tijdens de rest van het kalenderjaar. Thans wordt er evenwel gewerkt met één percentage, nl. 8,14 %, dat gedurende het hele jaar van kracht blijft. Deze 8,14 % bestaat uit 5,43 % werkgeversbijdragen en 2,17 % bijdragen ten laste van de student.
Wanneer een student langer dan de toegestane 50 dagen bij dezelfde werkgever werkt, zal het loon voor de eerste 50 dagen onderworpen blijven aan de solidariteitsbijdrage, op voorwaarde dat deze werkgever vanaf dag 51 de betrokken student in de dimona-aangifte vermeldt met toepassing van de normale sociale zekerheidsbijdragen. Gebeurt dit niet en geeft hij ook na dag 50 de solidariteitsbijdrage aan, dan zijn de gewone bijdragen verschuldigd vanaf de eerste dag van de tewerkstelling.
Wanneer een student het contingent van 50 dagen overschrijdt na tewerkstelling bij meerdere werkgevers, dan zal er enkel bij de werkgever waar de overschrijding gebeurt geregulariseerd worden naar de gewone bijdragen. Dit uiteraard enkel wanneer op dag 51 de solidariteitsbijdrage vermeld wordt in de dimona-aangifte.
Vermits het voor zowel werkgever als student belangrijk is het aantal dagen te kennen waarop laatstgenoemde effectief arbeidsprestaties te leveren, werd er door de wetgever een efficiënter controlesysteem ingevoerd.
Elke werkgever dient thans een “multi-dimona”-aangifte te doen waarin het aantal dagen studentenarbeid die de student op basis van de gesloten overeenkomst verricht, per kwartaal vermeld worden. Deze gegevens vormen de basis van de nieuwe “teller studentenarbeid” van de RSZ, die op elk moment door zowel de student als de werkgever geraadpleegd zal kunnen worden. De consultatie van het saldo overblijvende dagen zal gebeuren via de webpagina van de RSZ en dit via een toegangscode die de student aan de werkgever meedeelt.
Vermits de dimona-aangiftes bijna onmiddellijk online worden geregistreerd en verwerkt, zal het saldo van het contingent steeds up te date zijn.
Deze nieuwe regels zijn zowel voor werkgever als student lucratief, maak er dan ook verstandig gebruik van!