Een afweging van de belangen van de werkgever en de werknemer is niet relevant bij de beoordeling van de vraag of een eenzijdige wijziging van een essentieel element van de arbeidsovereenkomst, zoals de functie, het loon, de arbeidsregeling of de arbeidsplaats, al dan niet door de beugel kan. Het enige dat telt is de vraag of het essentieel element in kwestie in die mate gewijzigd is, dat niet meer kan gesteld worden dat de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst uitgevoerd wordt. Dit is wat het Hof van Cassatie oordeelde in een recent arrest van 6 september 2021.
Als een essentieel element van de arbeidsovereenkomst (afhankelijk van de concrete situatie kan dit - algemeen gesteld - de functie, het loon, de arbeidsregeling of de arbeidsplaats zijn) eenzijdig gewijzigd wordt door de werkgever, kan de werknemer inroepen dat hij impliciet ontslagen werd door de werkgever (waardoor de werknemer recht heeft op de ‘normale’ beëindigingsvergoedingen), tenzij de wijziging van het essentieel element als onbelangrijk bestempeld kan worden. De vraag is hoe de ‘belangrijkheid’ van deze wijziging beoordeeld moet worden.
In een recent arrest van 6 september 2021 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat er geen belangenafweging gemaakt mag worden bij de beoordeling van de vraag of de wijziging van een essentieel element van de arbeidsovereenkomst, al dan niet een belangrijke wijziging uitmaakt.
Het Hof verduidelijkt dat enkel moet worden nagegaan of het essentieel element in kwestie zo verregaand gewijzigd is dat niet kan worden aangenomen dat de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst na deze wijziging nog wordt uitgevoerd. Het Hof van Cassatie oordeelt dat het belang dat de partijen hebben bij de wijziging of het behoud, hierbij geen rol speelt. Het is dus de mate waarin het essentieel element gewijzigd werd, dat bekeken moet worden om uit te maken of de eenzijdige wijziging belangrijk is of niet, zonder dus rekening te houden met de belangen van de werkgever of de werknemer. Een belangenafweging is – volgens het Hof van Cassatie – niet aan de orde.
De vraag rijst welke impact deze ene uitspraak van het Hof van Cassatie heeft op de rechtspraak waarbij – in het geval van een eenzijdige wijziging van een essentieel element van de arbeidsovereenkomst in het kader van een herstructurering of financiële moeilijke tijden – de economische belangen van de werkgever afgewogen kunnen worden ten opzichte van de persoonlijke belangen van de werknemer.
Actiepunt
Het is mogelijk dat de arbeidsrechtbanken ingevolge de uitspraak van het Hof van Cassatie in bepaalde gevallen sneller geneigd zullen zijn om een eenzijdige wijziging van een essentieel element van de arbeidsovereenkomst vast te stellen. Werkgevers kunnen dus best extra aandacht besteden aan de vraag of de voorgenomen eenzijdige wijziging belangrijk is of niet.