In het Belgisch Staatsblad van 22 februari 2013 verscheen de wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze wet, waarvan wij het voorontwerp reeds bespraken in onze Headlines van 26 juli 2013, voorziet in de omzetting van de Europese Richtlijn 2009/52 in het Belgisch recht. Hieronder gaan we kort in op de nieuwe verplichtingen die de wet voorziet voor werkgevers die derdelandsonderdanen in België wensen te werk te stellen en bespreken we in welke mate een opdrachtgever van een bepaald werk kan worden aangesproken, indien achteraf blijkt dat er ter uitvoering van het uitbestede werk illegale werknemers werden tewerkgesteld. De nieuwe maatregelen zijn op 4 maart 2013 in werking getreden.
Belgische of buitenlandse werkgevers die onderdanen van een derde land1 in België wensen te werk te stellen, moeten voortaan:
1. vooraf nagaan of de betrokken werknemers beschikken over een geldige verblijfsvergunning of een andere machtiging tot verblijf;
2. ten minste voor de duur van de tewerkstelling een afschrift of de gegevens van de verblijfsvergunning of andere machtiging tot verblijf beschikbaar houden voor de bevoegde inspectiediensten;
3. aangifte doen van de aanvang en de beëindiging van de tewerkstelling van de betrokken werknemers, d.i. de zgn. "DIMONA"- en "LIMOSA"- aangifte van in- en uitdiensttreding.
Vooral de onder het eerste punt omschreven controleverplichting zal in de praktijk voor vele werkgevers niet altijd eenvoudig zijn. Ter illustratie: een werknemer uit de VS die voor zijn buitenlandse werkgever in België gedurende enkele dagen een business meeting komt bijwonen, verblijft geldig in België indien hij gedurende een periode van 6 maanden nog geen 90 dagen in de Schengenzone heeft doorgebracht, doch verblijft illegaal, indien hij de limiet van 90 dagen reeds heeft overschreden.
Indien de werkgever één van de hoger omschreven verplichtingen niet naleeft, riskeert hij te worden gestraft met hetzij een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke geldboete van 3.600 EUR tot 36.000 EUR (per werknemer), hetzij een administratieve geldboete van 1.800 EUR tot 18.000 EUR (per werknemer) of zelfs met een exploitatieverbod of bedrijfssluiting. Deze sancties gelden zelfs indien de verblijfsvergunning of de machtiging tot verblijf door de werknemer werden vervalst, zij het op voorwaarde dat bewezen is dat de werkgever hiervan op de hoogte was.
Indien de werkgever illegale derdelandsonderdanen (die aldus niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor de toegang tot en het verblijf op het grondgebied) in België tewerkstelt ter uitvoering van een werk dat hem in aanneming of onderaanneming werd toevertrouwd, wordt voortaan degene die opdracht heeft gegeven tot uitvoering van het betreffende werk (zowel de initiële opdrachtgever als eventuele intermediaire aannemers) door de sociale inspectie op de hoogte gebracht van het feit dat ter uitvoering van het door hun uitbestede werk illegale werknemers werden ingeschakeld.
Vanaf het ogenblik dat degene die het werk heeft uitbesteed (initiële opdrachtgever of intermediaire aannemer), via een kennisgeving door de sociale inspectie of op een andere wijze, kennis neemt van het feit dat ter uitvoering van het uitbestede werk illegalen worden tewerkgesteld, is hij:
- hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het nog aan de betrokken werknemers verschuldigde loon dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties verricht in zijn voordeel, waarbij de niet-betaling van dit loon aanleiding kan geven tot hetzij een strafrechtelijke geldboete van 300 EUR tot 3.000 EUR (per werknemer), hetzij een administratieve geldboete van 600 EUR tot 6.000 EUR (per werknemer).
- strafbaar met met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke geldboete van 3.600 tot 36.000 EUR (per werknemer), hetzij een administratieve geldboete van 1.800 EUR tot 18.000 EUR (per werknemer).
Aan deze aansprakelijkheid kan men in welbepaalde situaties ontsnappen, indien men in het bezit is van een verklaring van zijn contractpartij dat deze geen illegale werknemers tewerkstelt en zal tewerkstellen. In andere gevallen zal men enkel buiten schot blijven, indien men er onmiddellijk voor zorgt dat er ter uitvoering van het uitbestede werk geen illegalen meer worden tewerkgesteld. Indien de illegalen door de rechtstreekse contractpartij werden tewerkgesteld, volstaat het om het contract met deze dienstverlener te verbreken. Indien de illegalen werden tewerkgesteld door iemand die geen contractpartij is (een onderaannemer), zal men zijn contractpartij moeten aansporen om zijn samenwerking met de onderaannemer te beëindigen en, zo de contractpartij dit weigert, alsnog het contract met laatstgenoemde verbreken. Teneinde dit mogelijk te maken, verdient het aanbeveling om in de toekomst in elk contract van dienstverlening hoger vernoemde verklaring en de nodige beëindigingsclausules in te lassen.
1 Eenieder die geen burger is van de EU en die niet onder het vrij verkeer van personen valt.