Op 12 maart 2013 deed het Hof van Justitie uitspraak in de zaak C-92/11. Gedeeltelijk antwoordend op één van de twee prejudiciële vragen, stelde het Hof dat het van wezenlijk belang is of in een gasleveringsovereenkomst de reden voor en de wijze van aanpassing van deze prijs transparant, en in beginsel voor het sluiten van de overeenkomst, worden toegelicht, zodat de consument aan de hand van duidelijke en begrijpelijke criteria eventuele wijzigingen van deze prijs kan voorzien. In een Belgische context zou dit arrest kunnen worden aanzien als een post factum rechtvaardiging van de (grote lijnen van de) "vangnetregeling".