In een voorgaande nieuwsbrief werd reeds uiteengezet dat de regering Di Rupo met de Wet van 25 augustus 2012 de strijd tegen schijnzelfstandigheid opvoerde door onder andere de invoering van een weerlegbaar vermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst in de Arbeidsrelatieswet.
Dit vermoeden, dat vervuld is wanneer voldaan is aan meer dan de helft van negen uitdrukkelijk gestipuleerde socio-economische criteria, is weliswaar niet van toepassing op elke arbeidsrelatie, doch enkel in vier specifieke sectoren. Het betreft de bouwsector, de bewakingssector, de transportsector en de schoonmaaksector, waarbij dient opgemerkt dat het vermoeden niet geldt voor familiale arbeidsrelaties.
De mogelijkheid werd voorzien om bij Koninklijk Besluit specifieke criteria te bepalen die eigen zijn aan een sector of een beroep en die de negen criteria die in de Arbeidsrelatieswet zijn opgenomen, vervangen of aanvullen.
Bij Koninklijk Besluit van 29 april 2013 werden negen criteria ingevoerd die specifiek voor de bewakingssector de criteria opgenomen in de Arbeidsrelatieswet vervangen.
Voldoet de arbeidsrelatie die bestaat tussen een bewakingsagent en zijn medecontractant aan minstens vijf van deze criteria, dan wordt deze op weerlegbare wijze vermoed een arbeidsovereenkomst te zijn. Indien er slechts vier of minder criteria vervuld zijn, wordt de arbeidsrelatie geacht een samenwerking tussen zelfstandigen te zijn.
Hierbij dient opgemerkt dat een aantal van de criteria meer dan één voorwaarde bevatten. Wanneer aan één van de meerdere voorwaarden in een dergelijk criterium vervuld zijn, wordt het criterium zelf ook geacht vervuld te zijn. Teneinde te vermijden dat een dergelijk criterium vervuld is, dient er dan ook voor gezorgd dat aan geen van de voorwaarden die erin opgenomen is voldaan is.
De negen criteria zijn de volgende:
1. De bewakingsagent loopt geen financieel of economisch risico
2. De bewakingsagent heeft geen verantwoordelijkheid en beslissingsmacht over de financiële middelen
3. De bewakingsagent heeft geen beslissingsbevoegdheid over het aankoopbeleid
4. De bewakingsagent heeft geen beslissingsmacht over het prijsbeleid of geen inspraak in het identificeren van potentiële klanten en in het onderhandelen en afsluiten van commerciële bewakingsopdrachten
5. De bewakingsagent heeft geen resultaatsverbintenis m.b.t. de arbeid of geen toegang tot informatie over de te bewaken site of maakt geen eigen planning of arbeidsorganisatie of bepaalt niet de plaats van tewerkstelling of is onderworpen aan een systeem van tijdsregistratie of is onderworpen aan controle door hiërarchische oversten
6. Er wordt aan de bewakingsagent een vaste vergoeding gewaarborgd
7. De bewakingsagent is zelf geen werkgever of heeft niet de mogelijkheid om dat te worden of om zich te laten vervangen zonder toestemming
8. De bewakingsagent doet zich niet voor als een onderneming
9. De bewakingsagent werkt met materiaal van de medecontractant of met communicatiemiddelen van de medecontractant of met een uniform met het bedrijfslogo van de medecontractant of met een identificatiekaart van de FOD Binnenlandse Zaken waarop de naam van de medecontractant vermeld is.
De bewakingssector is voorlopig de enige sector waarvoor eigen criteria in het kader van het weerlegbaar vermoeden van de arbeidsrelatie opgenomen zijn.