Deze headline geeft een samenvatting van de belangrijkste elementen van het wetsontwerp betreffende de collectieve rechtsvorderingen (het "Wetsontwerp Collectieve Rechtsvorderingen"). Gelieve er rekening mee te houden dat deze headline aangeboden wordt als algemene informatie en niet beschouwd kan worden als juridisch advies. Mocht u vragen hebben of hierover juridisch advies wensen te ontvangen, neem dan gerust te allen tijde contact op met ons.
1. Achtergrond en status
Enkele dagen na de publicatie van de aanbeveling van de Europese Commissie over de mechanismen voor collectieve schadevergoeding heeft de Belgische Ministerraad op 5 juli 2013 het Wetsontwerp Collectieve Rechtsvorderingen goedgekeurd. Er wordt verwacht dat het Wetsontwerp Collectieve Rechtsvorderingen eind september/begin oktober voorgelegd zal worden aan de Belgische Ministerraad voor een tweede lezing. Daarna zal het onderzocht worden door de Belgische Raad van State, vooraleer het wetgevend proces kan gestart worden. De verwachting is dat het ergens in het voorjaar van 2014 wet zal worden en in ieder geval voor de Belgische verkiezingen van mei 2014.
2. Wie zal kunnen optreden?
De rechtsvordering zal ingesteld kunnen worden, namens de groep, door een vertegenwoordiger. Dit zal ofwel (1) een vereniging zijn ter verdediging van de consumentenbelangen die rechtspersoonlijkheid bezit en in de Raad voor het Verbruik vertegenwoordigd is, ofwel (2) een vereniging die door de minister van Economie erkend is, die reeds meer dan drie jaar bestaat en die niet op een duurzame wijze een economisch doel nastreeft, ofwel (3) de Federale Ombudsdienst voor de consument. Handelsvennootschappen, vakbonden en advocatenkantoren zijn bijgevolg uitgesloten.
3. Toepassingsgebied beperkt tot het consumentenrecht
De rechtsvordering tot collectief herstel zal gebruikt kunnen worden om collectieve schade te herstellen die door consumenten geleden is door een inbreuk door een onderneming op haar contractuele verplichtingen, op een van de Europese verordeningen of op een van de wetten die limitatief opgesomd zijn in het voorontwerp. Hieronder vallen met name het mededingingsrecht, de aansprakelijkheid voor producten met gebreken, de wet van 2 augustus 2002 betreffende de financiële diensten, de regels inzake de organisatie van de gas- en elektriciteitsmarkt...
De rechtsvordering tot collectief herstel laat dus geen herstel toe van collectief geleden schade door kleine of middelgrote ondernemingen in geval van een inbreuk op het mededingingsrecht (follow-on actions), zoals het recht van de Unie nochtans lijkt voor te schrijven.
4. Opt-in of opt-out?
De rechter zal vrij kunnen kiezen tussen het opt-in systeem (enkel de consumenten die de wil hebben geuit om deel uit te maken van de groep, zullen profiteren van het resultaat) en het opt-out systeem (alle consumenten zullen gebonden zijn door het resultaat, tenzij ze verklaard hebben de groep te willen verlaten). Een opt-in is echter verplicht voor lichamelijke of morele collectieve schade en voor de consumenten die niet gewoonlijk in België verblijven.
5. Een drie-fase procedure
- Een ontvankelijkheidfase: de rechtbank moet onderzoeken of de groepsvertegenwoordiger aan de wettelijke voorwaarden voldoet en of hij het best geplaatst is om de procedure te voeren, en of de rechtsvordering tot collectief herstel efficiënter is dan een gemeenrechtelijke rechtsvordering;
- een verplichte onderhandelingsfase: minimum 3 maanden en maximum 6 maanden; om de partijen de mogelijkheid te bieden om een akkoord tot collectief herstel te sluiten dat, in geval van homologatie door de rechtbank, de groepsleden zal binden;
- procedure voor de rechtbank van Brussel (voor beroep vatbaar voor het hof van beroep van Brussel): bij gebrek aan akkoord of bij weigering van homologatie van het akkoord; na een tegensprekelijk debat; over de gegrondheid van de rechtsvordering en het herstel te betalen aan de groepsleden.
De rechtsvordering tot collectief herstel zal niet opgeschort worden door een eventuele strafprocedure die betrekking zou hebben op dezelfde feiten.
6. Modaliteiten van het herstel
Het herstel zal in natura kunnen gebeuren (bv. gedwongen uitvoering van een contractuele waarborg) of bij equivalent (de betaling van schadevergoeding en interesten). In dat laatste geval zal de rechter een globaal vergoedingsbedrag kunnen weerhouden of een geïndividualiseerd bedrag, te betalen aan elke consument die zich aanmeldt tijdens de fase van de uitvoering van de beslissing. De rechter zal het principe moeten respecteren van de volledige vergoeding van de schade en zal geen bestraffende schadevergoedingen en interesten kunnen toekennen. Een schadeafwikkelaar is belast met het toewijzen, onder toezicht van de rechtbank, van de vergoedingen tussen de consumenten.
7. Kosten
Het voorontwerp van wet wijkt niet af van het gemeen recht. De verliezende partij zal dus de rechtsplegingsvergoeding (i.e. een forfaitaire tegemoetkoming in de advocatenkosten), de kosten verbonden aan de maatregelen tot bekendmaking voorzien in de wet en ook de kosten van de schadeafwikkelaar moeten betalen. De contingency fees of elke andere heffing op de vergoedingen die toekomen aan de consumenten zijn uitgesloten.