De Europese Commissie heeft onlangs een ontwerp van richtlijn ingediend voor bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan. In België werd een interessante gerechtelijke uitspraak gedaan over bedrijfsgeheimen.
In het kader van de “EU 2020-strategie” streeft de Europese Commissie ernaar om een innovatievriendelijke omgeving tot stand te brengen. De bescherming van intellectuele rechten, zoals octrooien, auteursrecht, databankrecht, tekeningen en modellen, kan daar zeker toe bijdragen, maar soms is de bescherming via intellectuele rechten niet mogelijk of te duur.
In dergelijke omstandigheden kan een onderneming ervoor kiezen om de manier waarop zij bepaalde dingen doet gewoon geheim te houden. We spreken dan van bedrijfsgeheimen, vertrouwelijke bedrijfsinformatie of geheime knowhow. Een productieproces, een computeralgoritme, een recept, een marketingconcept en dergelijke komen volgens de Europese Commissie in aanmerking om beschermd te worden als bedrijfsgeheim.
Volgens het voorstel van richtlijn zal een bedrijfsgeheim worden beschermd als het aan drie voorwaarden voldoet:
a) de informatie is geheim in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie;
b) de informatie bezit handelswaarde omdat zij geheim is, en
c) de informatie is door de persoon die rechtmatig daarover beschikt, onderworpen aan, gezien de omstandigheden, redelijke maatregelen om deze geheim te houden.
Het gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen zonder toestemming van de betrokken onderneming is verboden.
Niemand mag bedrijfsgeheimen schenden door ongeoorloofde toegang tot bestanden, door diefstal of bedrog, door schending van vertrouwelijkheidsbedingen noch door andere gedragingen die worden beschouwd als strijdig met eerlijke handelspraktijken.
Het voorstel van de Commissie inzake bescherming van bedrijfsgeheimen zal worden voorgelegd aan de Raad van ministers en het Europees Parlement voor vaststelling volgens de gewone wetgevingsprocedure.
Intussen is er in België een uitspraak bekend van de rechtbank van koophandel te Namen over het schenden van bedrijfsgeheimen (vonnis van 24 maart 2014). Medewerkers die een verfproductiebedrijf hadden verlaten, waren met het opstarten van een concurrerende onderneming begonnen en brachten snel concurrerende producten op de markt. De rechter stelde vast dat die medewerkers gebruik hadden gemaakt van geheime formules om die verfproducten te maken. Zo konden ze zeer snel die producten op de markt brengen, daar waar er anders een ontwikkelingstijd van drie jaar nodig was geweest. Gedurende die drie jaar hadden de ex-medewerkers dus schade veroorzaakt aan hun vroegere onderneming. Deze schade werd door de rechtbank op 450.000 EUR begroot, wat een duidelijk signaal is dat het schenden van bedrijfsgeheimen zeer ernstig wordt genomen.
