17/03/15

Opgelet met wat men zegt: het gebruik van geheime opnames door werknemers

In een notendop :

Een werknemer tracht zijn recht op commissieloon aan te tonen op basis van een geheime opname van een gesprek met zijn werkgever. Tijdens dit gesprek had de werkgever immers de betaling van achterstallig commissieloon bevestigd.

Dergelijk bewijs dient enkel uit te debatten te worden geweerd, hetzij indien er een schending is van een bepaling die de absolute nietigheid tot gevolg heeft, of de betrouwbaarheid van het bewijs of het recht op een billijk proces is aangetast.

In een arrest van 20 november 2014 liet het Arbeidshof te Luik dit bewijs dan ook toe.

In een arrest van 20 november 2014 diende het Arbeidshof te Luik zich uit te spreken over het al dan niet toelaten van een verborgen opname van een gesprek. Echter, deze keer was het niet de werkgever die de opname had gemaakt, maar wel de werknemer zelf.

Het betrof daarbij de volgende feiten.

1.
Een werknemer was tewerkgesteld bij een bankfiliaal. Een bijlage bij zijn arbeidsovereenkomst voorzag het recht op commissieloon op basis van een commissieplan.

Gedurende een aantal jaren ontving de werknemer echter geen commissieloon en hij ging hierover in gesprek met zijn werkgever. Tijdens dit gesprek bevestigde de werkgever dat de werknemer inderdaad recht had op achterstallig commissieloon. Gelet op de financiële situatie van de onderneming, stelde de werkgever echter voor om de betaling nog even uit te stellen.

De werknemer nam dit gesprek op zonder medeweten van de werkgever.

Enkele maanden later ontsloeg de werkgever de werknemer, zonder betaling van het commissieloon.

De werknemer start een procedure voor de arbeidsgerechten en vordert daarbij o.a. dit commissieloon. Hij legt daarbij als bewijsmiddel de gemaakte opnames voor. De werkgever betwist dit en vordert de verwijdering uit de debatten van de gespreksopname, als onwettig en onbetrouwbaar bewijs.

2.
Het Arbeidshof verwijst naar de rechtsleer en rechtspraak omtrent het lot van onregelmatig verkregen bewijs, bijvoorbeeld bij miskenning van de eerbiediging van het privéleven.

In het strafrecht werd de zogenaamde "Antigone-rechtspraak" van het Hof van Cassatie reeds omgezet in het Wetboek van Strafvordering. Volgens deze rechtspraak moet het onregelmatig verkregen bewijs niet noodzakelijk te worden verwijderd uit de debatten. Hierop bestaan 3 uitzonderingen: de schending van een bepaling die de absolute nietigheid tot gevolg heeft, het wilsgebrek die de betrouwbaarheid van het bewijs aantast en de aantasting van het recht op een billijk proces.

Het Hof van Cassatie heeft deze rechtspraak ook reeds bevestigd in burgerlijke en sociale zaken. De rechtspraak is dan ook reeds herhaaldelijk toegepast in zaken waarbij de werkgever bewijs had verkregen via een onregelmatige controle van het e-mailverkeer, camerabeelden, enz.

In onderhavig dossier wordt het bewijs echter voorgelegd door de werknemer zelf. Het Arbeidshof oordeelt daarbij dat geen van de drie bovenvermelde uitzonderingen van toepassing is. Zij weerhoudt bovendien dat het gesprek werd opgenomen op de werkplaats, het betrof een gesprek tussen 2 partijen die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst en het gesprek had een professioneel doel, met name de betaling van commissielonen.

Bijgevolg dient de gespreksopname niet worden geweerd uit de debatten. De werknemer kan dan ook het bewijs leveren van de achterstallige commissielonen op basis van deze opname.

dotted_texture