Sociale verkiezingen
Ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld meer dan 50 of 100 werknemers tewerkstellen, moeten sociale verkiezingen organiseren om respectievelijk een CPBW of/en een ondernemingsraad te installeren (zie daarover onze ezine employment – december 2014).
U kunt de eigenlijke sociale verkiezingen organiseren tussen 9 en 22 mei 2016. Afhankelijk van dat tijdstip, zult u tussen 11 en 24 december 2015 wel al de eerste verrichtingen in de procedure moeten doen. Op dat ogenblik moet u schriftelijke informatie meedelen, o.a. over de bepaling van de technische bedrijfseenheid, het aantal werknemers per categorie, de functies van het leidinggevend personeel, de exacte data van de verkiezingen en voor wat betreft de ondernemingsraad, de functies van de kaderleden.
Tijdens het laatste kwartaal van 2015 moet de tewerkstelling van uitzendkrachten nauwgezet worden bijgehouden in een bijzonder register. Dat bijzonder register vormt de basis voor de berekening van het aantal uitzendkrachten in de gewoonlijke gemiddelde tewerkstelling, die op haar beurt zal bepalen of u al dan niet de drempel van 50 of 100 werknemers heeft bereikt.
Vermijd of wees voorzichtig met ontslagen tussen januari en mei 2016. Gedurende die zogenaamde occulte periode zijn werknemers die zich kandidaat hebben gesteld voor de sociale verkiezingen beschermd tegen ontslag, ook al is de werkgever nog niet op de hoogte van hun kandidatuur.
To do Check of uw onderneming een actieve e-Box heeft (zo niet, registreer via
https://www.socialsecurity.be/site_nl/general/helpcentre/registration/register/index.htm). Zo kunt u vanaf november de webapplicatie voor de sociale verkiezingen gebruiken. Die webapplicatie is niet verplicht, maar is wel aan te raden. Via deze applicatie zult u de vereiste verkiezingsinformatie die verstrekt moet worden aan vakorganisaties en aan de FOD werkgelegenheid, eenvoudig kunnen verstrekken. Nieuw is dat vakorganisaties de mogelijkheid krijgen om de kandidatenlijsten via de webapplicatie digitaal in te dienen, zodat u ze digitaal zult kunnen ontvangen.
De inlogcodes (dossiernummer en paswoord) om toegang te krijgen tot deze applicatie zullen via de e-Box van de Sociale Zekerheid naar de ondernemingen verstuurd worden. Dat zou in principe in november gebeuren.
Verhoging pensioenleeftijd
Bij wet van 10 augustus 2015 werd de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd vastgelegd. De wettelijke pensioenleeftijd zal gradueel worden opgetrokken naar 66 jaar in 2025 en naar 67 jaar in 2030. In het pas opgerichte Nationaal Pensioencomité moeten wel nog verdere modaliteiten
besproken worden zoals de mogelijke uitzonderingen voor zware beroepen.
Deze wet verstrengt ook de voorwaarden voor vervroegd pensioen. Na de hervorming van de regering Di Rupo, die de leeftijds-en loopbaanvoorwaarde gradueel optrok naar 62 jaar en een loopbaan van 40 jaren vanaf 1 januari 2016, heeft de regering Michel deze hervorming voortgezet. Zo werd de leeftijdsvoorwaarde voor vervroegd pensioen opgetrokken naar 62,5 jaar in 2017 en naar 63 jaar in 2018. De loopbaanvoorwaarde werd eveneens gradueel verhoogd van 41 loopbaanjaren in 2017 naar 42 jaren in 2019.
To do De verdere ontwikkelingen inzake de verhoging van de pensioenleeftijd volgt u best goed op. Hoewel de meer concrete maatregelen nog niet voor morgen zijn, is het belangrijk dat u al vanaf vandaag nadenkt over de impact van de pensioenleeftijd op de organisatie. Naast de uitdaging om ervoor te zorgen dat werknemers ook effectief tot de hogere pensioenleeftijd (gemotiveerd) kunnen blijven werken, kan u best ook al eens nagaan of bijvoorbeeld de groepsverzekering binnen de onderneming niet moet worden aangepast.
Hoofdelijke aansprakelijkheid uitgebreid tot opdrachtgever
Sinds 2012 bestaat een subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden in de bouwsector. Deze aansprakelijkheid werd echter beperkt tot aan de hoofdaannemer, de opdrachtgever bleef buiten schot.
De Programmawet van 10 augustus 2015 trekt de opdrachtgever nu ook in de aansprakelijkheidsketting: wie een beroep doet op een onderneming voor "werken in onroerende staat", die op haar beurt beroep doet op een andere onderneming, riskeert in bepaalde gevallen aangesproken te worden tot betaling van de sociale en fiscale schulden van laatstgenoemde onderneming. De aansprakelijkheid wordt wel beperkt tot de totale prijs van de werken toevertrouwd aan de (onder)aannemer.
Het toepassingsgebied is uitgebreid: niet alleen de bouwsector zelf, maar ook onderaannemers die instaan voor onderhouds-of reinigingswerken van onroerende goederen kunnen voor uw aansprakelijkheid als opdrachtgever zorgen. Daarnaast is de regeling ook van toepassing op de
bewakingssector en de vleessector.
To do Werk met betrouwbare en voldoende solvabele (onder)aannemers. Via een databank van de RSZ (https://www.socialsecurity.be/web7/ppr/?lang=nl) en/of de fiscus (https://eservices.minfin.fgov.be/portal/nl/public/citizen/services/attests) kunt u nagaan of een onderaannemer bij het sluiten van de overeenkomst of op het ogenblik van de betaling van de factuur al dan niet sociale en/of fiscale schulden verschuldigd is.
Is dat zo, dan bent u verplicht om een deel van de betaling (35 % bij sociale schulden en 15% bij fiscale schulden) in te houden en door te storten naar de RSZ en de fiscus. Doet u dat tijdig en correct, dan ontsnapt u aan de aansprakelijkheid. Doet u dat niet, dan geldt een sanctie gelijk aan het dubbel van het verschuldigde bedrag. Houd in elk geval steeds de raadpleging van de databanken bij en zorg voor transparante
overeenkomsten met uw medecontractant.
Innovatiepremie blijft parafiscaal aantrekkelijk
De mogelijkheid om een eenmalige innovatiepremie toe te kennen aan werknemers, vrij van RSZ en belastingen, wordt verlengd tot 31 december 2016.
Het blijft dus mogelijk om de premie op een voordelige manier toe te kennen aan creatieve werknemers die een innoverend idee hebben aangebracht dat uitgevoerd is binnen de onderneming (bv. een nieuw product, een optimalisatie van een bepaald werkproces, enz.). De premie kan niet alleen toegekend worden aan werknemers van wie de functie gericht is op het zoeken naar innovaties, maar ook aan werknemers die eerder toevallig een idee aanbrengen.
Het bedrag van de premie is beperkt per werknemer (maximum gelijk aan brutomaandloon) en per onderneming (maximum 1 % van de loonmassa van de onderneming).
To do Wenst u een premie toe te kennen, dan moet u de werknemers informeren over het project en een aanvraag indienen bij de FOD Economie (Dienst normalisatie en competitiviteit, Koning
Albert II-laan 16, 1000 Brussel, tel.: 02/277 74 40, e-mail: innovatiepremie@economie.fgov.be).
Nadien moet ook de RSZ op de hoogte gebracht worden. Voor meer informatie en voor een
aanvraagformulier kunt u terecht op http://economie.fgov .be/nl/ondernemingen/ leven_onderneming/ondersteuning_premies/innovatiepremie/#.VfrYtv7ovXa.