De grensoverschrijdende detachering van werknemers wordt door menigeen gebrandmerkt als een bron van fraude en oneerlijke concurrentie. Om daaraan te verhelpen heeft de Europese Unie - na een eerste richtlijn van 16 december 1996 (96/71/EG) - een tweede richtlijn uitgevaardigd (2014/67/EU). België heeft nu - zij het, weeral, iets laattijdig - die tweede richtlijn omgezet. Is het kwaad daarmee bezworen?
Grensoverschrijdende detachering van werknemers is voor de Europese Unie een essentieel element om fundamentele principes, zoals het vrij verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, in de praktijk te vrijwaren.
Een heikel punt betreffende de grensoverschrijdende detachering van werknemers is nochtans de controle op de naleving van de geldende regels, om fraude en oneerlijke concurrentie te vermijden.
Een vaak geciteerd knelpunt betreft, bij wijze van voorbeeld, de “detachering” door buitenlandse “postbus-bedrijven”, die geen reële activiteiten in het thuisland uitoefenen, maar enkel tot doel hebben om werknemers te rekruteren in het thuisland om hen onmiddellijk te werk te stellen in (te “detacheren naar”) een ander land.
De toepassing van de (minimale) loon- en arbeidsvoorwaarden, zoals verplicht in het ontvangend land, laat eveneens vaak te wensen over.
De Europese Unie wilde daaraan verhelpen, o.a. door de samenwerking tussen de verschillende controle-instanties van de lidstaten te bevorderen.
In overeenstemming daarmee werd de Belgische wetgeving op een aantal punten aangepast.
Hieronder geven we u een korte samenvatting van de voornaamste elementen.
1. De controle van de ware aard van de detachering
De notie “detachering” impliceert twee wezenlijke elementen, namelijk:
1) een tijdelijke tewerkstelling van de werknemer in een ander land dan het land waar hij gewoonlijk tewerkgesteld wordt (of aangeworven werd),
2) door een werkgever die daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht in dat laatste land.
Praktijken, waarbij niet aan beide voorwaarden wordt voldaan, zijn algemeen bekend: het voorbeeld bij uitstek is de werkgever, die in het uitzendland enkel een postbus vennootschap is.
Om dergelijke praktijken gemakkelijker te detecteren werd, zowel voor wat de werknemer als de werkgever betreft, een lijst opgesteld van feitelijke elementen die van hulp zijn om te bepalen of wel degelijk aan beide voorwaarden is voldaan.
2. De aanduiding van een verbindingspersoon
Zoals bekend, is de buitenlandse werkgever, die werknemers naar België detacheert, reeds verplicht om dit voorafgaandelijk aan de RSZ te melden (LIMOSA).
Daar wordt nu een tweede verplichting aan toegevoegd: de buitenlandse werkgever moet voortaan eveneens een "verbindingspersoon" aanduiden, die fungeert als contactpersoon voor de Belgische inspectiediensten.
Aldus kunnen de Belgische inspectiediensten bij deze "verbindingspersoon" informatie opvragen evenals de voorlegging van documenten zoals:
- een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of een ander gelijkaardig document;
- inlichtingen betreffende de arbeidsvoorwaarden, toepasselijk tijdens of naar aanleiding van de detachering;
- informatie betreffende de arbeidstijd;
- bewijzen van de effectieve betaling van het loon.
3. Nu ook administratieve en strafrechtelijke geldboetes
Het Sociaal Strafwetboek krijgt er een aantal bepalingen bij waardoor overtredingen van de regels inzake detachering gesanctioneerd kunnen worden met sancties van niveau 2.
Daardoor zijn niet alleen administratieve geldboetes mogelijk, maar eveneens strafrechtelijke geldboetes.
4. Uitbreiding van het Informatiesysteem van de Interne Markt
Het IMI-systeem (Internal Market Information System of Informatiesysteem Interne Markt) is een elektronisch hulpmiddel dat werd ontwikkeld voor een betere communicatie en samenwerking tussen de overheidsdiensten van de EU-lidstaten in het kader van de tenuitvoerlegging van de wetgeving betreffende de interne markt.
De Belgische overheidsdiensten kunnen nu via dit IMI-systeem beroep doen op de overheidsdiensten van de andere lidstaten zowel voor de kennisgeving aan werkgevers, gevestigd in hun lidstaat, van boetes opgelegd op grond van overtreding van de detacheringsregels, als voor de invordering van de boetes.
Leila Mstoian – leila.mstoian@peeters-law.be
Marcel Houben – marcel.houben@peeters-law.be