Wolters Kluwer, geschreven door Audrey Van den Bempt, 8 april 2019
Van 11 tot 24 mei 2020 vinden de volgende sociale verkiezingen plaats. Op welke nieuwigheden moet jouw organisatie zich voorbereiden? Olivier Wouters, advocaat-vennoot bij Claeys & Engels, zet ze even op een rijtje.
Vervroegde referteperiode
Ondernemingen die minstens 50 werknemers tewerkstellen moeten sociale verkiezingen organiseren voor de personeelsafgevaardigden in het preventiecomité. Vanaf 100 werknemers geldt de verplichting ook voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad.
Verschil met de vorige verkiezingen is dat de referteperiode voor de telling van het gewoonlijk gemiddeld aantal werknemers is vervroegd met één trimester: ze loopt meer bepaald van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019.
Referteperiode en register voor uitzendkrachten
Ook de referteperiode voor de berekening van het gewoonlijk gemiddeld aantal uitzendkrachten is vervroegd. Voortaan tellen de uitzendkrachten die bij de gebruiker aan de slag zijn tijdens het tweede trimester van 2019. Alleen wanneer ze een vaste werknemer vervangen waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is, mogen ze niet worden meegerekend.
Normaal moet de gebruiker die uitzendkrachten tewerkstelt gedurende de referteperiode een bijlage bij het algemeen personeelsregister bijhouden. De wetgever heeft nu echter bepaald dat een gebruiker met minstens 100 werknemers hiervan kan worden vrijgesteld als de ondernemingsraad unaniem verklaart dat de drempel van 100 werknemers wordt overschreden. Deze administratieve vereenvoudiging is een goede zaak aangezien die bedrijven sowieso verkiezingen moeten organiseren. Het heeft weinig zin dat ze ook nog eens voor de uitzendkrachten een overzicht moeten bijhouden.
Eén probleem duikt echter nog op: de ondernemingsraad moet de unanieme schriftelijke verklaring van het aantal werknemers doen binnen de maand na de inwerkingtreding van de verkiezingswet. Maar de wet is nog niet in het Belgisch Staatsblad verschenen en dus ook nog niet in voege.
Uitzendkrachten mogen stemmen
Voortaan mogen uitzendkrachten ook stemmen bij de gebruiker en dat heeft zeker een impact voor bedrijven die veel beroep doen op uitzendkrachten.
Er gelden twee cumulatieve voorwaarden. In de eerste plaats moet de uitzendkracht gedurende ofwel minstens drie ononderbroken maanden of, in geval van onderbroken tewerkstellingsperiodes, in totaal minstens 65 arbeidsdagen dagen gewerkt hebben. En dit tijdens de periode die loopt van 1 augustus 2019 tot aan de datum van aanplakking van de aankondiging van de verkiezingsdatum (d.w.z. de zgn. ‘dag X’ – dus normaal gezien in februari 2020). Daarnaast moet de uitzendkracht in de periode vanaf dag X tot en met 13 dagen vóór de verkiezingsdatum (d.w.z. dag Y-13) minstens 26 arbeidsdagen tewerkgesteld zijn. Er wordt gekeken naar de tewerkstelling in de juridische entiteit van de gebruiker of in de technische bedrijfseenheid van de gebruiker die bestaat uit meerdere juridische entiteiten.
Elektronisch stemmen mogelijk
De wetgever heeft verder werk gemaakt van de digitalisering door enerzijds de mogelijkheden van de webapplicatie van de FOD WASO uit te breiden en anderzijds de elektronische aanplakking van de verkiezingsberichten. Maar vooral de versoepeling van de voorwaarde om elektronisch te kunnen stemmen, springt in het oog.
De ondernemingsraad, het preventiecomité of, bij ontstentenis, de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, kan nu immers beslissen dat elektronisch stemmen mogelijk is. Vroeger kon dat enkel via een unanieme goedkeuring en de een of andere kant van de tafel kon dus steeds een veto stellen. Ondernemingen kijken daarom best in hun huishoudelijk reglement na hoe een beslissing geldig genomen kan worden.
Het zal ook mogelijk zijn om elektronisch te stemmen vanop de gebruikelijke werkpost. Het akkoord zal moeten beschrijven wat in de onderneming verstaan wordt onder “gebruikelijke werkpost”. Ook zal bepaald moeten worden hoe het stemgeheim gewaarborgd kan worden en hoe beïnvloeding van het stemgedrag te voorkomen.
Elektronisch stemmen kan de administratieve en organisatorische werklast voor werkgevers aanzienlijk verlichten. Het verkiezingsresultaat zal sneller gekend zijn en er zullen wellicht ook minder discussies rijzen over eventuele onduidelijke of ongeldige stemmen.
Audrey Van den Bempt