Bedrijven kunnen op verschillende manieren ernstig worden getroffen door de coronaviruscrisis, zo zullen verplicht moeten sluiten of worden ze geconfronteerd met een grote daling van het werk. Een dergelijke financiële schok kan deels worden opgevangen door het systeem van tijdelijke werkloosheid. België heeft verschillende systemen van tijdelijke werkloosheid, die onder toezicht staan van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Er zijn initieel twee relevante systemen: tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen. De Regering heeft evenwel besloten om de procedure voor tijdelijke werkloosheid te openen voor alle situaties die met het coronavirus te maken hebben, zonder dat het daadwerkelijk over een situatie van overmacht dient te gaan. Dit omdat de procedure inzake economische redenen vaak een stuk omslachtiger is. Als de tijdelijke werkloosheid niet te wijten is aan het coronavirus, kan de werkgever nog steeds een beroep doen op het systeem van tijdelijke werkloosheid om economische redenen.
In geval van overmacht hoeft een bedrijf niet volledig te worden gesloten. In de praktijk betekent dit dat sommige werknemers tijdelijk werkloos kunnen zijn en andere niet. Werknemers kunnen ook dagen van werkloosheid en werkdagen afwisselen.
De procedure voor overmacht staat open voor arbeiders en bedienden (uit de privésector, de openbare sector en de non-profitsector); uitzendkrachten tijdens de duur van hun uitzendcontract (eventueel hernieuwbaar); personeel dat in onderwijsinstellingen werkt; en leerlingen met een beroepsopleiding (voornamelijk leerlingen met een beroepsopleidingscontract in de Franse Gemeenschap en met een beroepsopleidingscontract in de Vlaamse Gemeenschap). Ambtenaren en studenten vallen echter niet onder het toepassingsgebied.
De werkgever hoeft zich niet langer aan te melden voor het systeem van tijdelijke werkloosheid, maar dient wel steeds zo snel mogelijk een elektronische verklaring “ASR-scenario 5” voor de tijdelijk werklozen op het sociale zekerheidsportaal in te dienen. In deze elektronische aangifte moet de werkgever overmacht en coronavirus als reden voor de tijdelijke werkloosheid vermelden. Op basis van deze verklaring kunnen de betalingsinstellingen (vakbonden en hulpkas) en de RVA de hoogte van de uitkeringen voor de tijdelijke werklozen bepalen. Hoe eerder deze verklaring wordt ingediend, hoe eerder de werknemers hun uitkering zullen ontvangen.
Bij wijze van uitzondering hoeft de werkgever niet voor de maanden maart, april, mei en juni 2020 aan elke tijdelijk werkloze een maandelijks controleformulier “C3.2A” te verstrekken. Gedurende deze 4 maanden worden de tijdelijk werklozen vrijgesteld van de verplichting om in het bezit te zijn van een C3.2A-kaart.
In geval van tijdelijke werkloosheid als gevolg van overmacht is de werknemer vrijgesteld van de wachttijd. Hij hoeft dus geen aantal werkdagen te bewijzen voordat hij recht heeft op een uitkering. De werknemer ontvangt 65% van zijn gemiddeld geplafonneerd loon (geplafonneerd op EUR 2.754,76 per maand). Tot 30 juni 2020 wordt het bedrag van de uitkering tijdelijk verhoogd tot 70% van het gemiddelde geplafonneerde loon. Op de uitkering wordt een bedrijfsvoorheffing van 26,75% ingehouden. Daarbovenop zal de regering een supplement van 5,63 euro per dag toevoegen aan de werkloosheidsuitkering, ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling.
De regels inzake tijdelijke werkloosheid worden deze dagen regelmatig aangepast en de RVA neemt ook steeds nieuwe (soepelere) standpunten in. Voor meer informatie en up-to-date te blijven van de laatste ontwikkelingen kan u best ons artikel op onze website raadplegen of de site van de RVA.