Naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 16 april 2013 [C-202/11, Anton Las t./ PSA Antwerp NV], werd het Nederlandse taaldecreet van toepassing op werkgevers met een exploitatiezetel in Vlaanderen, aangepast. Volgens het Hof van Justitie is de huidige Vlaamse regelgeving immers strijdig met het vrij verkeer van werknemers omdat de eis een Nederlandstalige arbeidsovereenkomst te sluiten in de zaak Las te verregaand was.
Voor alle sociale betrekkingen tussen werkgevers en werknemers blijft de Nederlandse taal op straffe van absolute nietigheid voorgeschreven.
Het nieuwe decreet voegt een versoepeling in voor de individuele arbeidsovereenkomsten.
De versoepeling blijft evenwel beperkt:
· een Nederlandstalige basisversie blijft vereist;
· een anderstalige versie van de individuele arbeidsovereenkomst wordt mogelijk:
o voor zover deze andere taal door alle betrokken partijen begrepen is; en
o op voorwaarde dat:
1) de taal een officiële taal is van de EU of de EER; en
2) de werknemer zijn woonplaats heeft in België en zijn recht op vrij verkeer van werknemers of vestiging uitoefent (of dit nu op basis van de EU-regelgeving of een ander internationaal verdrag geldt); of
3) de werknemer zijn woonplaats heeft buiten België maar binnen de EU of de EER.
· de Nederlandstalige versie primeert in geval van verschil tussen beide versies.
Meertaligheid kan geëist worden. Volgens het nieuwe decreet kan de werkgever meertaligheid eisen van sollicitanten en de kennis van andere talen bij sollicitanten toetsen tijdens de selectieperiode.
Deze bepalingen treden in werking op 2 mei 2014.
Met Désirée Senden – Associate