Zoals aangekondigd, zal de eindfase van deze bijdrage dit jaar van start gaan. Onlangs werden enkele technische aanpassingen aangebracht.
Sinds 1 januari 2012 bestaat er een bijzondere socialezekerheidsbijdrage (1,5% - 3% vanaf 2018) berekend op de bijdragen die door de werkgever in de tweede pensioenpijler worden betaald. Deze bijzondere bijdrage wordt berekend op de bijdragen en / of premies die een extralegaal pensioen van een zeker niveau samenstellen.
De invoering van deze bijzondere sociale zekerheidsbijdrage werd voorzien in twee fasen. Een voorlopige regeling werd voorzien vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2018. Vanaf 1 januari 2019 is de definitieve regeling in werking getreden.
Voorlopige regeling
In die periode is er een bijdrage verschuldigd wanneer de bijdragen en/of premies die gestort zijn voor het opbouwen van een aanvullend pensioen jaarlijks hoger zijn dan 30.000 EUR (bedrag 2018 : 32.472 EUR). Het stemt overeen met de som van de bedragen toegewezen aan de opbouw van het aanvullend pensioen en de overlijdensdekking van de werknemer.
Om te bepalen of de drempel bereikt is, wordt er rekening gehouden met elk type van storting. Men houdt dus zowel rekening met de bijdragen en premies gestort door de werkgever als met de bijdragen en premies gestort door de werknemer. Sinds 2014 moet de werkgever rekening houden met de pensioenen aangelegd op sectoraal niveau.
De bijdrage wordt geheven op het deel dat de drempel overschrijdt en wordt slechts berekend op het werkgeversaandeel in de aanleg van het aanvullend pensioen en de overlijdensdekking van de werknemer.
Definitieve regeling
Het drempelbedrag wordt door een pensioendoelstelling vervangen. De bijzondere bijdrage is verschuldigd in het vierde kwartaal van het bijdragejaar wanneer op 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan het bijdragejaar, de som van het wettelijk pensioen en van het aanvullend pensioen voor een werknemer de pensioendoelstelling overschrijdt.
Deze regeling treedt dit jaar in werking en de bijdrage moet in de loop van het 4e kwartaal van 2019 worden betaald. De uitnodiging tot betaling wordt door de RSZ verstuurd op basis van de informatie die door Sigedis wordt meegedeeld.
Onlangs werd voorzien in enkele technische aanpassingen:
- er wordt verduidelijkt dat de inrichter de schuldenaar van de bijdrage is. Voordien vermeldde de wet de werkgever. Teneinde rekening te houden met de sectorale plannen werd de vermelding aangepast;
- de aangiftetermijnen werden gewijzigd: de pensioeninstellingen zullen uiterlijk op 31 augustus de gegevens moeten meedelen aan Sigedis (vroeger 30 juni). Die laatste deelt dan uiterlijk op 31 oktober (vroeger 30 september) aan de inrichters de gegevens mee voor de berekening en de betaling van de bijdrage.
Bron: Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 17 januari 2019.
Nathalie Wellemans - Legal Advisor Sr.