Het Vlaamse regeerakkoord voorziet in de periode van 2020 tot 2025 een aanzienlijke tussenkomst van ca. 1,3 miljard euro in de pensioenlasten van de lokale besturen. Principieel kan er enkel worden toegejuicht dat er bijkomende middelen naar de steden en gemeenten vloeien. Bovendien is het belangrijk dat de Vlaamse regering de lont uit de pensioenbom onder de lokale besturen wil halen. Impliciet schijnt men hiermee te bevestigen dat de Vlaamse overheid (mede) bevoegd is voor de financiering van de lokale pensioenen. Enkele knelpunten dreigen evenwel roet in het eten te gooien nu voor sommige lokale besturen een ongelijke behandeling dreigt.
Verdeling van 1,3 miljard euro
Bij het bekijken van de tabellen met de vooropgestelde verdeling per bestuur van de 1,3 miljard euro op de website van ABB zien verschillende lokale besturen ontgoocheld een “nul” achter hun naam staan. Lokale besturen die in het verleden bijzondere inspanningen hebben geleverd om de pensioenbijdragen op peil te houden en dus om de betaling van responsabiliseringsbijdragen te voorkomen, ontvangen immers geen tegemoetkoming. Besturen die, misschien soms tegen beter weten in, toch statutair zijn blijven benoemen en dus zelf met eigen middelen hebben geïnvesteerd in pensioenbijdragen, blijken hiervoor ook niet beloond te worden door het Vlaamse regeerakkoord.
Bovendien zegt het regeerakkoord dat men met deze financiële tussenkomst de lokale besturen ademruimte wil geven om verder te investeren op een voldoende hoog niveau. Niet alleen rijst de vraag hoe de besturen zonder responsabiliseringsbijdrage hun investeringen op peil moeten houden, maar tevens welke voorwaarden inzake besteding zullen worden opgelegd aan de besturen die wel een tussenkomst ontvangen.
Gesolidariseerd Pensioenfonds voor de Provinciale en Plaatselijke besturen
Het ambtenarenpensioen voor lokale besturen is een gesloten financieringssysteem. De lokale besturen moeten in principe dus zelf instaan voor de financiering ervan. Het gesloten financieringssysteem is gesteund op een stuk solidariteit tussen de lokale besturen. Zo zijn de besturen die geen responsabiliseringsbijdrage betalen en die dus niets krijgen uit de pot van 1,3 miljard euro, solidair met de besturen die wel reeds responsabiliseringsbijdrage betalen. De besturen met een negatief verschil tussen de pensioenbijdragen en pensioenlasten worden immers slechts voor 50% geresponsabiliseerd. De overige 50% wordt gefinancierd uit het gesolidariseerde fonds. Anders gezegd worden de tekorten dus gefinancierd uit de reserves van alle aangesloten besturen, dus ook uit de reserves van de besturen die vandaag geen responsabiliseringsbijdrage betalen.
Eigen pensioenkas
Daarnaast zijn er ook besturen die niet of niet volledig zijn aangesloten bij het gesolidariseerd pensioenfonds. Wanneer een bestuur met een eigen pensioenkas toetreedt tot dit fonds, zal het gesolidariseerd fonds niet alle pensioenlasten overnemen, maar enkel de pensioenlasten (van de jongste gepensioneerden) die zijn gedekt door pensioenbijdragen die door het bestuur worden betaald. Het bestuur kan dus bij een toetreding tot het gesolidariseerd fonds zelf verantwoordelijk blijven voor een deel van de pensioenlasten indien de pensioenlasten op het ogenblik van toetreding groter zijn dan de pensioenbijdragen. Deze besturen worden dus voor 100% “geresponsabiliseerd “ voor het gedeelte van de pensioenlasten die het gesolidariseerd fonds niet overneemt. Deze eigen bijdrage in de pensioenlasten heeft dus het karakter van een (volledige) responsabiliseringsbijdrage, maar is formeel geen responsabiliseringsbijdrage die aan het gesolidariseerd fonds moet worden betaald. Gevolg hiervan is dat het Vlaamse regeerakkoord voor deze quasi-responsabiliseringsbijdrage evenmin in een tussenkomst voorziet. De onmogelijkheid om volledig bij het gesolidariseerd fonds aan te sluiten, dreigt dus te leiden tot een onbillijke en ongelijke verdeling van Vlaamse middelen.
Het is een goede zaak dat het pensioenprobleem van de lokale besturen wordt erkend in het Vlaams regeerakkoord en dat de Vlaamse regering hiervoor middelen heeft uitgetrokken. Echter gaat het geld enkel en alleen maar naar lokale besturen die een responsabiliseringsbijdrage betalen, terwijl de oplopende pensioenuitgaven een probleem vormen voor alle lokale besturen. Wellicht gaat men één en ander wat grondiger moeten bekijken. Omne principium difficile.
GD&A Advocaten volgt het pensioendossier van de lokale besturen op de voet en is graag bereid om uw bestuur hieromtrent verder te informeren en adviseren.
Steven Michiels
Charlotte Persoons