Overeenkomstig artikel 189 van het Sociaal Strafwetboek wordt een inbreuk op een algemeen verbindend verklaarde CAO bestraft met een sanctie van niveau 1. Artikel 189 breekt echter met het opzet van codificatie en uniformisering die het Sociaal Strafwetboek beoogt.
CAO’s of collectieve arbeidsovereenkomsten zijn overeenkomsten die gesloten worden tussen één of meer werkgevers of werkgeversorganisaties en één of meer werknemersorganisaties, waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen werkgever en werknemers in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld en de rechten en de verplichtingen van de contracterende partijen geregeld worden. Enkel CAO’s die gesloten worden in een paritair orgaan (paritair comité of Nationale Arbeidsraad) kunnen bij KB algemeen verbindend verklaard worden. CAO’s die gesloten worden op ondernemingsniveau kunnen nooit algemeen verbindend verklaard worden. Een algemeen verbindend verklaarde CAO is bindend voor alle werkgevers en hun werknemers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan waarin de CAO is gesloten, ook al zijn zij geen lid van een ondertekenende organisatie, en voor zover zij vallen onder de werkingssfeer die in de CAO zelf is bepaald.
De niet-naleving van een algemeen verbindend verklaarde CAO wordt strafrechtelijk gesanctioneerd. Een inbreuk op een niet-algemeen verbindend verklaarde CAO is echter geen misdrijf. Wanneer een partij zich beroept op het bestaan van een misdrijf dat bestaat in de niet-naleving van een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, dient zij de aanwezigheid van het moreel en het materieel bestanddeel van het misdrijf waarop zij zich steunt aan te tonen. Wat het materieel bestanddeel van het misdrijf betreft, moet zij niet enkel het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst aanduiden, doch ook het feit dat deze algemeen verbindend werd verklaard.
Wordt het bestaan van een algemeen verbindend verklaarde CAO én een inbreuk daarop aangetoond, dan bepaalt art. 56 CAO-wet (voorlopig nog) dat de werkgever die de inbreuk pleegt, gestraft wordt met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 maand of met een geldboete van 26 tot 500 EUR, of met één van die straffen alleen. In het nieuwe Sociaal Strafwetboek bepaalt artikel 189 dat de werkgever, die in strijd met de CAO-wet, een inbreuk pleegt op een algemeen verbindend verklaarde CAO die niet door een ander artikel van het Sociaal Strafwetboek gesanctioneerd wordt, gestraft wordt met een sanctie van niveau 1. De geldboete wordt daarenboven vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.
Artikel 189 is om verschillende redenen een bijzonder artikel. In de eerste plaats breekt artikel 189 met de algemene trend van het Sociaal Strafwetboek tot codificatie van het sociaal strafrecht. In tegenstelling met wat het Sociaal Strafwetboek wenst te bereiken, voert artikel 189 opnieuw een algemene strafbaarstelling in. De tekst van de CAO’s zelf zal nog steeds geconsulteerd moeten worden om de strafbaarstelling van een inbreuk op een algemeen verbindend verklaarde CAO te bepalen. Op de reeds langer bestaande kritiek dat teksten van CAO’s vaak het resultaat zijn van een compromis tussen de sociale partners en daarom niet altijd helder en ondubbelzinnig geformuleerd zijn en dat het niet aan de sociale partners toekomt om bepaalde handelingen strafbaar te stellen, werd door het Sociaal Strafwetboek niet tegemoet gekomen, wel integendeel.
In de tweede plaats is artikel 189 een vreemde eend in de bijt omdat het pas twee jaar na de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek in werking treedt. Dit zal dus pas op 1 juli 2013 zijn. Gedurende twee jaar zullen de inbreuken op algemeen verbindend verklaarde CAO’s nog gesanctioneerd worden op grond van art. 56 CAO-wet, terwijl de nieuwe bepalingen van het Sociaal Strafwetboek inzake opsporing, vaststelling en bestraffing wel reeds van toepassing zijn vanaf 1 juli 2011. Dit atypische overgangsregime kan verklaard worden door het feit dat de wens van de voorbereidende parlementaire commissie om inbreuken op CAO’s te depenaliseren op fel verzet van voornamelijk de vakbonden stuitte. De vakbonden zien de strafbaarstelling van algemeen verbindend verklaarde CAO’s immers als een preventieve "stok achter de deur" die een betere naleving van CAO’s garandeert.