Decreet 4 maart 2016 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid (BS 4 april 2016)
Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor het zogenaamde doelgroepenbeleid. Het doelgroepenbeleid is een reeks maatregelen die erop gericht zijn de tewerkstelling te bevorderen van doelgroepen die omwille van een specifiek kenmerk als groep een nadeel op de arbeidsmarkt ondervinden.
Als gevolg van die bevoegdheidsoverdracht heeft het Vlaamse parlement een decreet goedgekeurd dat de wettelijke basis vastlegt van het Vlaamse doelgroepenbeleid. Dat decreet werd afgelopen week in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Het Vlaamse doelgroepenbeleid stelt slechts drie doelgroepen voorop:
1. oudere werknemers: > of = 55 jaar en met refertekwartaalloon lager dan een nog te bepalen loongrens;
2. jonge werknemers: < 25 jaar, laag- of middengeschoold en met refertekwartaalloon lager dan een nog te bepalen loongrens;
3. personen met een arbeidshandicap.
De tewerkstelling van de eerste twee doelgroepen wordt bevorderd via de toekenning van een doelgroepvermindering (= bijdragevermindering) aan werkgevers die werknemers uit één van die twee doelgroepen tewerkstellen. Om de tewerkstelling van de derde doelgroep te bevorderen, wordt de Vlaamse ondersteuningspremie toegekend aan de werkgever die een persoon met een arbeidshandicap aanwerft of aan een zelfstandige met een arbeidshandicap.
Voor de realisatie van dat Vlaamse doelgroepenbeleid voorziet het decreet in:
- de opheffing van het werkervaringsprogramma;
- nieuwe bepalingen op het vlak van de doelgroepvermindering voor jonge werknemers en voor oudere werknemers;
- de opheffing van de doelgroepverminderingen:
o voor langdurig werkzoekenden;
o in het kader van de herstructureringen;
o voor gesubsidieerde contractuelen;
- tegemoetkomingen voor de personen met een arbeidshandicap (de Vlaamse ondersteuningspremie);
- de organisatie van een performant handhavings- en toezichtskader;
- een machtiging aan de Vlaamse Regering om
o een regeling vast te stellen die gericht is op de opheffing van het Activaplan, het doorstromingsprogramma en de invoeginterim;
o overgangsbepalingen te nemen die een coherente overgang van de wetgeving kunnen waarborgen.
Het decreet legt wel enkel de wettelijke basis vast van het Vlaamse doelgroepenbeleid. Een concrete uitwerking van het beleid moet nog gebeuren a.d.h.v. besluiten van de Vlaamse Regering. Ook de datum van inwerkingtreding van het decreet moet nog bepaald worden door een besluit van de Vlaamse regering.
Tot slot nog dit. Naast de doelgroepvermindering voor jonge en oudere werknemers blijven, ook na de inwerkingtreding van het Vlaamse doelgroepenbeleid, nog een aantal andere al bestaande doelgroepverminderingen bestaan. Hieronder een schematisch overzicht van het lot van de huidige doelgroepverminderingen in het Vlaamse Gewest na de inwerkingtreding van het Vlaamse doelgroepenbeleid:
| Doelgroepvermindering | Blijft federaal geregeld | Krijgt eigen Vlaamse regeling | Wordt afgeschaft
| Oudere werknemers | | x |
| Langdurig werkzoekenden | | | x
| Eerste aanwervingen | x | |
| Jonge werknemers | | x |
| Mentors | | x |
| Collectieve arbeidsduurvermindering | x | |
| Herstructurering | | | x
| Vaste werknemers in de horeca | x | |
| Gesubsidieerde contractuelen | | | x
| Vervangers openbare sector | | x |
| Huispersoneel | | x |
| Onthaalouders | | x |
| Kunstenaars | | x |