Het Sociaal Strafwetboek tracht het sociaal strafrecht te codificeren en de sancties te uniformiseren. Daarnaast worden enkele kleine inhoudelijke aanpassingen aangebracht.
1.-
Op 1 juli 2010 verschenen in het Belgisch Staatsblad twee wetten in verband met het sociaal strafrecht. De belangrijkste is de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, waardoor op 1 juli 2011 het nieuw Sociaal Strafwetboek in werking zal treden. De tweede wet is de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht, waarvan hoofdstuk II het beroep tegen de dwangmaatregelen genomen door de sociale inspectie omvat.
De grootste verwezenlijking van dit nieuw Sociaal Strafwetboek kan in één woord worden samengevat: codificatie. Voor de invoering van dit Sociaal Strafwetboek bestond het sociaal strafrecht uit een onoverzichtelijk geheel van ontelbare strafbepalingen verspreid over een veelvoud van wetten. In 2001 werd, in het kader van het globaal plan voor de bestrijding van illegaal werk, de commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht opgericht. Toch werd pas in 2007 het eerste wetsontwerp tot invoering van een sociaal strafwetboek ingediend. De bedoeling van de wetgever was hierbij om de bepalingen van het sociaal strafrecht te bundelen in een overzichtelijk en coherent geheel, waar hij nu eindelijk grotendeels in slaagde met het 237 artikels tellende Sociaal Strafwetboek.
Het Sociaal Strafwetboek werd, naar het model van het algemeen Strafwetboek, onderverdeeld in 2 boeken. Boek I handelt over de preventie en het toezicht, vaststelling, vervolging en bestraffing in het algemeen. Boek I bundelt kort gesteld de drie grote wetten die voor de invoering van het Sociaal Strafwetboek het sociaal strafrecht regelden, zijnde de wet op de administratieve geldboetes van 1971, de Arbeidsinspectiewet van 1972 en de bepalingen inzake de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst in de programmawet van 27 december 2006. Boek II omvat een inventaris van de inbreuken en hun specifieke bestraffing.
2.-
Naast codificeren, wenste de wetgever ook te uniformiseren (zie hierover uitgebreider: “The new uniform approach to dealing with violations of the Social Penal Code”). Dat gebeurde voornamelijk door de invoering van een bestraffingssysteem onderverdeeld in vier sanctieniveaus naar gelang van de ernst van de inbreuk. Ook het systeem van de opdeciemen werd geüniformiseerd, waardoor nu ongeacht de aard van de inbreuk en los van het feit of een strafrechtelijke dan wel administratieve geldboete wordt opgelegd, steeds een vermenigvuldiging met factor 5,5 van toepassing is. Het belangrijkste punt dat opvalt bij de bestraffing, naast de genoemde uniforme aanpak, is het feit dat de administratieve geldboeten een belangrijkere plaats innemen. Zo kan voor de lichtste inbreuken (sanctieniveau 1) enkel een administratieve sanctie worden opgelegd en kan enkel voor de zeer zware inbreuken nog een gevangenisstraf worden opgelegd. Ten slotte dient opgemerkt te worden dat voor de zwaarste inbreuken kan worden overgegaan tot het opleggen van sancties als de sluiting van de onderneming, een beroeps- of exploitatieverbod.
3.-
Maar het Sociaal Strafwetboek omvat meer dan een loutere codificatie van bestaande bepalingen en een uniformisering van de straffen. Ook inhoudelijk werden een aantal dingen gewijzigd of werd de bestaande praktijk in de wet vastgelegd, zij het dan voornamelijk op procedureel vlak. Niet-exhaustief kan hier verwezen worden naar het feit dat voor het toezicht door de sociaal inspecteurs het finaliteits- en proportionaliteitsbeginsel uitdrukkelijk in de wet werd ingeschreven, de rechten van verdediging werden versterkt en door het omschrijven van de inbreuken en hun bestraffing komaf werd gemaakt met de praktijk van de algemene strafbaarstellingen die in strijd lijken te zijn met het legaliteitsbeginsel.
4.-
Het codificeren van het sociaal strafrecht in een sociaal strafwetboek zorgt voor een grotere transparantie en overzichtelijkheid. Het lijkt erop dat de invoering van dit nieuwe wetboek de rechtszekerheid ten goede zal komen en zal leiden tot een doeltreffender sociaal strafrecht.