30/09/11

Erfrecht Is Niet Hetzelfde Als Successierecht

Bij de waardering van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenote wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat deze langstlevende echtgenote een nog vrij jonge stiefouder is (stiefmoeder) waardoor de kinderen uit het eerste huwelijk worden benadeeld.

Burgerlijk: Artikel 745, 5, paragraaf 3 B.W. creëert daarom een fictie dat, bij de omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenote, de waarde van dit vruchtgebruik berekend wordt vanuit een fictie dat de langstlevende echtgenote geacht wordt 20 jaar ouder te zijn dan het oudste kind uit de vorige relatie.

Met deze fictie wenst de wetgever de kinderen uit een vorig huwelijk en een vorige relatie te beschermen tegen de jonge stiefouder die bij de omzetting van het vruchtgebruik een groot deel van de nalatenschap in volle eigendom zou krijgen, waardoor voor de kinderen dit deel definitief verloren zou gaan.

Fiscaal: Bij de berekening van de successierechten evenwel dient de fiscus niet uit te gaan van dit (burgerlijk) vermoeden. Het is dus best mogelijk dat het successierecht geheven wordt op een heffingsgrondslag die hoger ligt dan de waarde die de partijen later bij de omzetting van dit vruchtgebruik zullen toekennen voor de regeling van hun burgerlijke belangen. Op dit wijze bestaat het risico dat de langstlevende echtgenote (burgerlijk) minder krijgt en (erfrechtelijk en fiscaal) meer betaalt.

Berekeningswijze: In de praktijk worden de tabellen van Ledoux aanvaard om het percentage te bepalen van de waarde van het vruchtgebruik in verhouding tot de waarde van de volle eigendom, hierbij uitgaand van de leeftijd van de vruchtgebruiker. Deze tabellen houden rekening met volgende criteria:

1. Hij gaat niet uit van de reële opbrengst van het goed maar van de potentiële opbrengst, met name een percentage van de waarde in kapitaal van de om te zetten goederen. Dit gaat uit van een eenvormig rendement voor het geheel van het vruchtgebruik bezwaarde goederen.

2. Vervolgens moet deze opbrengst geactualiseerd worden m.a.w. men dient na te gaan wat de actuele gekapitaliseerde waarde is van de opbrengst die normalerwijze levenslang zou kunnen genoten worden door de langstlevende echtgenote of echtgenoot. Het is echter onmogelijk om de evolutie van de inkomsten in de tijd te bepalen. Daarom worden de tabellen Ledoux op regelmatige tijdstippen geactualiseerd en worden verschillende kapitalisatievoeten toegepast waarbij men er moet over waken dat de rendementsvoet en de actualiteitsvoet gelijk zijn. De tabellen moeten rekening houden met de inflatie zodat de percentages in de tabellen het resultaat weerspiegelen van het verschil tussen de kapitalisatie of rentevoet en de inflatie.

3. De meest recente sterftetafels moeten worden gebruikt. De vroegere tabellen van het Nationaal Instituut voor de Statistiek worden aanbevolen. Thans worden deze opgesteld door de Federale Overheidsdienst voor de Economie, KMO, Middenstand en Energie.

Resumerend mag worden gesteld dat het systeem Ledoux het voordeel heeft eenvoudig te zijn zonder de realiteit veel geweld aan te doen. Het resulteert in een gelijkaardige oplossing als deze van de berekening van de successierechten doch met enkele verschillen:
- De meeste recente sterftetafels worden gebruikt;
- Berekening van de waarde voor elk verschillend leeftijdsjaar.
Het systeem Ledoux is niet de beste oplossing wanneer goederen een hoog rendement opleveren.

In die gevallen is toepassing van de tabellen Ledoux nadelig voor de langstlevende echtgenoot.

Dit nadeel zou kunnen worden geneutraliseerd door aan de goederen die in realiteit geen of weinig inkomsten genereren, tevens een potentiële opbrengstpercentage toe te kennen.

dotted_texture