Liedekerke Headlines Labour & Employment
In het Belgisch Staatsblad van 6 april 2012 werd een nieuwe Programmawet gepubliceerd. Deze bevat onder andere een aantal maatregelen in de strijd tegen sociale fraude. Aangezien deeltijdse arbeid soms gebruikt wordt om zwartwerk te camoufleren, bevat deze Programmawet ook maatregelen in de strijd tegen het niet-naleven van de verplichtingen inzake deeltijdse arbeid. Dit is de geknipte gelegenheid om enkele verplichtingen in geval van deeltijdse arbeid in herinnering te brengen.
Een werkgever die een werknemer deeltijds tewerkstelt (ook als dit bijvoorbeeld gebeurt in het kader van een salary split), moet:
- diens werkrooster openbaar maken door het bewaren van een kopie van de deeltijdse arbeidsovereenkomst, of een uittreksel met de werkroosters, op de plaats waar het arbeidsreglement geraadpleegd kan worden; en
- alle afwijkingen op dit werkrooster noteren in een document of gebruik maken van "geschikte apparaten", bijvoorbeeld een prikklok, die toelaten om de afwijkingen op het werkrooster te controleren.
De niet-naleving van beide verplichtingen wordt totnogtoe met behulp van twee verschillende types van wettelijke ‘vermoedens', opgenomen in artikel 171 van de Programmawet van 22 december 1989 en artikel 22ter van de RSZ-wet van 27 juni 1969, aangepakt.
Er gold echter een ander wettelijk vermoeden wanneer het werkrooster niet openbaar gemaakt was, dan wanneer de afwijkingen niet werden bijgehouden. Malafide werkgevers konden gebruik maken van deze leemte in de wetgeving. De nieuwe Programmawet dicht deze leemte door het vermoeden van voltijdse tewerkstelling, dat al langer geldt voor de verplichting tot openbaarmaking, uit te breiden naar de verplichting tot registratie van afwijkingen.
Indien een werkgever het document met afwijkingen op het werkrooster niet bijhoudt (en ook geen "geschikte apparaten" gebruikt) en de sociale inspectie een werknemer betrapt die buiten zijn werkrooster aan het werken is, dan zal de werknemer vermoed worden een voltijdse werknemer te zijn. De werkgever heeft de mogelijkheid om aan te tonen dat de werknemer in kwestie toch maar deeltijds aan de slag was. Wanneer de werkgever hierin echter niet slaagt, zal hij zich blootstellen aan de invordering door de RSZ van achterstallige sociale bijdragen, bijdrageopslagen en interesten berekend op het voltijdse loon.