Op 31 juli 2013 heeft het Grondwettelijk Hof artikel 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (Vlacoro) vernietigd.
Dit artikel voorzag in een decretale geldigverklaring of validering van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die middles toepassing van het integratiespoor vastgesteld werden.
Het besluit van de Vlaamse regering dd. 18 april!2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan voorzag dat in het kader van het opstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen (hierna RUP) het vereiste plan-milieueffectrapport (hierna plan-MER) naast de standaardprocedure (de algemene regeling), eveneens kon worden vastgesteld via het zogenaamde ‘integratiespoor’.
De vaststelling via het integratiespoor bevatte enkele verschillen met de standaardprocedure, namelijk (1) zij kan sneller verlopen en (2) de kennisgeving van het plan- MER gaat niet met een actieve bekendmaking gepaard.
Daar waar overeenkomstig de algemene regeling (overeenkomstig het besluit van Vlaamse Regering dd. 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s) de kennisgeving van het MER openbaar wordt gemaakt via de krant, het infoblad van de betrokken gemeenten en door aanplakking op het gemeentehuis, ontbreekt dergelijke actieve bekendmaking bij toepassing van het integratiespoor aangezien de nota voor publieke consultatie van het plan-MER dan louter wordt gepubliceerd op de website van de bevoegde overheid, de website van de dienst MER en op het gemeentehuis van de gemeente van de door het RUP betrokken gemeenten.
De Raad van State oordeelde op 12 augustus 2011 (nr. 214.791, Peleman e.a.) dat de rechtzoekenden ongelijk worden behandeld naargelang de publieke consultative gebeurt volgens de algemene regeling dan wel volgens het integratiespoor. Voor deze ongelijke behandeling bestaat geen redelijke verantwoording. Bijgevolg werd het besluit van de Vlaamse regering dd. 18 april 2008 onwettig verklaard.
Daaruit volgt dat de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke RUP’s die tot stand zijn gekomen middles toepassing van het integratiespoor onwettig zijn.
De Vlaamse Regering heeft in antwoord op het arrest van de Raad van State middels de goedkeuring van artikel 7.4.1/2 van Vlacoro voorzien in de decretale geldigverklaring van hoger vermelde RUP’s en aldus de wettelijkheid ervan gevalideerd. Uit de parlementaire voorbereiding volgt dat deze nieuwe regeling werd aangenomen om de rechtsonzekerheid ingevolge het arrest van de Raad van State weg te nemen en de hoge kosten die het opnieuw goedkeuren van de betrokken RUP’s (in totaal een vijftigtal) met zich mee zou brengen,
te vermijden.
Het tussengekomen arrest van het Grondwettelijk Hof heeft nu dus dit bewuste artikel 7.4.1/2 van Vlacoro vernietigd.
Het Grondwettelijk Hof is eveneens van oordeel dat bij de uitvoeringsplannen waarbij toepassing werd gemaakt van de procedure houdende het integratiespoor op discriminatoire wijze afbreuk wordt gedaan aan de rechten van belanghebbenden.
Alsdan staan ingevolge het arrest procedures open met betrekking tot diverse maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten die momenteel in uitvoering zijn en gebaseerd zijn op de integratiespoor-procedure.
De bevoegde ministers voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu werken thans in antwoord op het tussengekomen arrest van het Grondwettelijk Hof een nieuwe regeling uit.
De toekomst zal uitwijzen of deze nieuwe regeling de toets van het gelijkheidsbeginsel en nondiscriminatiebeginsel zal doorstaan.
