Gisteren zijn de sociale verkiezingen van 2016 weer een stuk dichter gekomen met de publicatie van de Wet van 2 juni 2015 tot wijziging van de wetgeving betreffende de sociale verkiezingen. Hierdoor staan de data waarop de stemverrichtingen zullen doorgaan, officieel vast. Tussen 9 en 22 mei 2016 zullen de werknemers nieuwe afgevaardigden verkiezen die zullen zetelen in ongeveer 3.000 ondernemingsraden en ongeveer 5.500 comités voor preventie en bescherming op het werk.
1. DE STRATEGISCHE KEUZES MAAKT U BEST VANDAAG
Niet de juridische entiteit maar de technische bedrijfseenheid is doorslaggevend
De ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk (hierna ‘CPBW’) moeten worden opgericht op het niveau van ‘de onderneming’, omschreven als de ‘technische bedrijfseenheid’ (hierna ‘TBE’).
De TBE is een entiteit die beschikt over een zekere onafhankelijkheid bepaald op basis van economische en sociale criteria, waarbij deze laatste doorslaggevend zijn. De TBE valt niet noodzakelijk samen met de juridische entiteit (bv. de NV of de BVBA).
Bij economische criteria draait het om de economische zelfstandigheid van een entiteit (bv. beschikt zij over een autonome directie, een eigen juridische dienst, administratie en boekhouding; voert zij een verschillend commercieel beleid; geniet zij van budgettaire onafhankelijkheid; ... ).
Het belangrijkste is echter de sociale zelfstandigheid van een entiteit. Deze zelfstandigheid kan bijvoorbeeld voortvloeien uit het feit dat de entiteit haar eigen personeelsbeleid voert, dat zij haar eigen HR-manager heeft, haar eigen richtlijnen, arbeidsreglement en loonbeleid, dat zij valt onder het toepassingsgebied van een ander paritair comité, ....
Hoe autonomer een entiteit is op sociaal en economisch vlak, hoe groter de kans dat er sprake is van een afzonderlijke TBE.
Het is mogelijk dat twee of meerdere juridische entiteiten samen één TBE uitmaken. De wet voorziet zelfs in een weerlegbaar vermoeden dat verschillende juridische entiteiten één TBE vormen indien er één economisch criterium aanwezig is, en indien er daarnaast bepaalde elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen de verschillende juridische entiteiten. Maar één juridische entiteit kan ook bestaan uit twee of meerdere TBE’s, wanneer er onvoldoende economische en sociale cohesie is tussen de verschillende afdelingen van een juridische entiteit.
Wanneer er evenwel binnen eenzelfde juridische entiteit verschillende TBE’s zijn die elk afzonderlijk niet voldoen aan de personeelsdrempel om sociale verkiezingen te organiseren, moeten deze verschillende TBE’s worden samengevoegd.
Aangezien de criteria die in aanmerking worden genomen voor het bepalen van de TBE kunnen variëren naargelang het gaat om het instellen van een ondernemingsraad of een CPBW, is het mogelijk dat een onderneming met verschillende vestigingen slechts één ondernemingsraad heeft voor het geheel, maar een afzonderlijk CPBW per vestiging indien de verschillende vestigingen bijvoorbeeld verschillende welzijns- en veiligheidsrisico’s kennen.
Indien u de bepaling van de TBE(‘s), die u in december 2015 voor uw onderneming zal moeten definiëren, nog wenst te beïnvloeden, voert u best zo snel mogelijk de nodige organisatorische wijzigingen binnen uw bedrijf door. Het splitsen of samenvoegen van verschillende TBE’s of juridische entiteiten kan veel tijd in beslag nemen. Bovendien zal het bij betwisting voor de arbeidsgerechten van groot belang zijn het bestaan van een praktijk van sociale samenhang of onafhankelijkheid (naargelang het geval) concreet te kunnen aantonen.
Hoe berekent u uw aantal werknemers om na te gaan of de drempels van 50 of 100 werknemers voor organisatie van sociale verkiezingen, bereikt zijn ?
De verplichting om een ondernemingsraad op te richten bestaat van zodra de TBE ‘gewoonlijk en gemiddeld’ minstens 100 werknemers tewerkstelt. De verplichting om een CPBW op te richten geldt wanneer de gewoonlijke gemiddelde tewerkstelling minstens 50 werknemers bedraagt.
U dient dit gemiddeld personeelsbestand te berekenen over een referteperiode die overeenstemt met het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de verkiezingen, zijnde aldus het kalenderjaar 2015.
Om het aantal werknemers te berekenen dat uw onderneming gemiddeld tewerkstelt in 2015, moet u het totale aantal dagen van inschrijving in DIMONA of in het personeelsregister tijdens 2015 delen door 365.
Op deze regel bestaan er echter een aantal afwijkingen:
- Deeltijdse werknemers
Deeltijdse werknemers die minder dan 3/4de werken van een voltijdse tewerkstelling, worden slechts voor 50% in rekening gebracht. Voor hen wordt er dus niet gedeeld door 365, maar door 730.
Deeltijdse werknemers die minstens 75% van een voltijds uurrooster werken, tellen mee als voltijdse werknemer.
- Uitzendkrachten
Voor uitzendkrachten is de referteperiode korter, omdat men enkel rekening dient te houden met de tewerkstelling tijdens het tweede trimester voorafgaand aan dat waarin de verkiezingsdag valt. Dit nieuwe beginpunt van de referteperiode heeft als gevolg dat men voortaan dient te kijken naar de tewerkstelling van de uitzendkrachten vertrekkende vanaf de eigenlijke datum van de verkiezingen. Bij de organisatie van verkiezingen in mei 2016, zal deze referteperiode voor uitzendkrachten samenvallen met het vierde kwartaal van 2015, zoals dit ook bij de vorige sociale verkiezingen het geval was. Werkgevers die evenwel nalaten om in 2016 verkiezingen te organiseren hoewel de voorwaarden daartoe vervuld zijn, zullen alsnog later verkiezingen moeten organiseren. In dergelijk geval zal de referteperiode voor uitzendkrachten voortaan bepaald worden in functie van de eigenlijke datum van verkiezingen. Zo zal bij verkiezingen in mei 2017 bijvoorbeeld, de referteperiode voor uitzendkrachten samenvallen met het vierde kwartaal van 2016.
Het totale aantal dagen van tewerkstelling in de referteperiode (normaal het 4de kwartaal van 2015) dient dan maar door 92, in plaats van door 365 te worden gedeeld. Voor ‘deeltijdse uitzendkrachten’ geldt dat zij maar voor 50% worden in rekening gebracht indien zij minder dan 3/4de werken van een voltijdse tewerkstelling.
-
Tewerkstellingsbasis
Bij de telling dient u zowel rekening te houden met werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, als met personen die uw bedrijf tewerk stelt op basis van een leerovereenkomst. Om een dubbele telling te vermijden, worden werknemers met een vervangingsovereenkomst of uitzendkrachten die een vaste werknemer, een langdurig zieke werknemer of een werknemer in tijdskrediet vervangen, niet meegerekend.
Wanneer uw personeelsbestand flirt met de grens van 50 of 100 werknemers, kan het nuttig zijn rekening te houden met deze afwijkingen in uw aanwervingspolitiek in het jaar 2015. Vooral het aantal uitzendkrachten dat u zal tewerkstellen tijdens het tweede trimester voorafgaand aan dat waarin de verkiezingsdag valt, kan de balans doen doorslaan. Het volgende voorbeeld kan één en ander verduidelijken:
-
Uw bedrijf telt 49 voltijdse arbeidskrachten en u voorziet een tijdelijke vermeerdering van werk in het vierde kwartaal van 2015. Indien u in deze periode 2 voltijdse uitzendkrachten inzet, zal de verkiezingsprocedure voor het CPBW moeten worden opgestart. Immers, 2 X 92 dagen / 92 is gelijk aan 2, waardoor er sprake is van een ‘gewoonlijke gemiddelde’ tewerkstelling van 51.
-
Indien u daarentegen in dezelfde periode 4 halftijdse werknemers aanwerft met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, dan wordt de drempel van 50 werknemers niet bereikt: 4 x 92 / 730 is gelijk aan 0,5, waardoor er slechts sprake is van een ‘gewoonlijke gemiddelde’ tewerkstelling van 49,5.
Bij een overgang van onderneming (bv. overname of fusie) in 2015, gebeurt de berekening van de gewoonlijke gemiddelde tewerkstelling vanaf het moment van de overgang van onderneming tot het einde van de referteperiode en dus niet op het volledige kalenderjaar 2015.
Voor nieuw opgerichte ondernemingen in 2015 wordt het volledige refertejaar 2015 wél in aanmerking genomen, wat erop neer komt dat ondernemingen die eind 2015 worden opgericht, in vele gevallen zullen ontsnappen aan de verplichting tot het organiseren van sociale verkiezingen.
2. AAN WELKE NIEUWIGHEDEN MAG U ZICH VERWACHTEN TIJDENS DE PROCEDURE ?
De nieuwe wet voorziet de integratie van verschillende regelgevingen in één wettekst, en moderniseert of verduidelijkt bepaalde bestaande regels. De wet houdt geen principiële wijzigingen in m.b.t. het verloop van de verkiezingsprocedure, noch van de geldende verkiesbaarheidsvoorwaarden.
De belangrijkste praktische nieuwigheid betreft de mogelijkheid voor de representatieve werknemersorganisaties om hun kandidatenlijsten voor de sociale verkiezingen voortaan elektronisch in te dienen bij de werkgever, zonder dat dit een verplichting uitmaakt. Van zodra een vakbond evenwel opteert voor de elektronische weg, is zij verplicht om op dezelfde manier voort te werken.
De wet voorziet ook dat de werknemer bekleed met de functie van vertrouwenspersoon in het kader van de welzijnswetgeving, zich geen kandidaat meer kan stellen voor een mandaat binnen de ondernemingsraad. Hij kan evenmin deel uitmaken van de werkgeversafvaardiging. Deze nieuwe onverenigbaarheden moeten de onpartijdigheid van de vertrouwenspersoon ten goede komen en houden een gelijkschakeling in met de onverenigbaarheid die reeds bestond op het niveau van het CPBW.
Daarnaast heft de wet de verplichting op om de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO in te lichten over een schorsing van de verkiezingsprocedure omwille van staking of technische werkloosheid.
Tot slot wordt de kortere referentieperiode in geval van overgang van onderneming (zie hierboven) voortaan ook toegepast op overdrachten onder gerechtelijk gezag.
3. GEBRUIK ONZE TOOL EN PRINT UW EIGEN GEPERSONALISEERDE KALENDER !
Nu u de verkiezingsdatum officieel dient te bepalen tussen 9 en 22 mei 2016, lijkt het ons nuttig om alvast na te gaan welke verkiezingskalender overeenstemt met welke precieze verkiezingsdatum.
Zo kan u de perfecte verkiezingsdag voor uw onderneming kiezen.
Hieronder vindt u een link naar onze VOW-tool waarmee u uw eigen gepersonaliseerde kalender met de belangrijkste data in de verkiezingsprocedure kan samenstellen.
Een verkiezing tussen 9 en 22 mei 2016 betekent dat de eerste stappen in de procedure al eind dit jaar, tussen 11 en 24 december 2015, moeten plaatsvinden.
Noteer ook alvast de datum van 8 januari 2016. Bij een verkiezingsdag op 9 mei 2016 is 8 januari 2016 immers de startdatum van de occulte periode, zijnde de periode tijdens dewelke de kandidaten al ontslagbescherming genieten, hoewel de kandidatenlijsten in principe pas 65 dagen later bekend worden gemaakt aan de werkgever.