Cass. 12 februari 2016, S.15.0020.F
Het bovenstaande cassatiearrest is klaar en duidelijk: een werknemer die een som heeft ontvangen die niet als loon werd aangegeven bij de fiscale en sociale administratie, mag tegen degene die hem die som heeft betaald, inroepen dat zij loon vormt dat hij ontvangen heeft als tegenprestatie van de arbeid die hij heeft verricht in uitvoering van een arbeidsovereenkomst. Het algemeen rechtsbeginsel dat verbiedt dat iemand voordeel haalt uit bedrog (fraus omnia corrumpit) doet daaraan geen afbreuk.
In de zaak waarin het Hof van Cassatie uitspraak deed, beriep een werknemer zich op de betaling van een som “in het zwart” om het (voort)bestaan van een arbeidsovereenkomst te bewijzen. Maar het is evident dat de leer van het cassatiearrest evenzeer kan worden ingeroepen om “zwarte” loonbestanddelen te doen in aanmerking nemen voor de berekening van allerlei vergoedingen, waaronder een opzeggings- of een beschermingsvergoeding. Bepaalde feitenrechters beslisten overigens al in die zin.