De werkgever die bewakingscamera's wenst te installeren, zal zich moeten houden aan de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 68 betreffende en de GDPR.
Bijna een derde van de diefstallen in ondernemingen wordt gepleegd door personeelsleden. Gelet op de mogelijke impact hiervan op de omzet van de onderneming, kan het voor de werkgever aanlokkelijk zijn om bewakingscamera's te plaatsen.
De werkgever die gebruik wenst te maken van bewakingscamera's kan deze camera’s echter niet zomaar installeren op de arbeidsplaats zoals hem goeddunkt. Camerabewaking kan namelijk afbreuk doen aan de privacy van de werknemers.
Dit recht op privacy is een fundamenteel principe dat werd vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in artikel 22 van de Grondwet. Om overmatige inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de werknemers te vermijden, moet dan ook een evenwicht worden gevonden tussen dit fundamentele recht enerzijds en de uitoefening van het werkgeversgezag anderzijds.
Dit is nu precies het doel dat wordt nagestreefd door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer en in het bijzonder door cao nr. 68, die de doeleinden en voorwaarden bepalen waaronder camerabewaking op de arbeidsplaats kan worden ingevoerd.
1. Wat is camerabewaking?
In de allereerste plaats moet worden verduidelijkt wat men verstaat onder camerabewaking op de arbeidsplaats. Het gaat om "elk bewakingssysteem met één of meer camera's dat ertoe strekt om bepaalde plaatsen of activiteiten op de arbeidsplaats te bewaken vanuit een punt dat zich geografisch op een afstand van die plaatsen of activiteiten bevindt met of zonder het oog op bewaring van de beeldgegevens die het inzamelt en overbrengt." Hier worden zowel de permanente camerabewaking (de hele dag) als de tijdelijke camerabewaking (op bepaalde tijdstippen of in bepaalde periodes) bedoeld.
2. Welke doeleinden kan de werkgever nastreven als hij bewakingscamera's installeert?
De werkgever mag enkel (tijdelijk of permanent) bewakingscamera's installeren op de arbeidsplaats als hij minstens een van de doeleinden zoals bepaald in cao nr. 68 nastreeft. Bovendien moet de werkgever het doeleinde van de camerabewaking uitdrukkelijk bepalen en zich eraan houden. Hij mag de camerabewaking niet gebruiken op een wijze die onverenigbaar is met het uitdrukkelijk omschreven doeleinde. De camerabewaking moet ook toereikend en ter zake dienend zijn, en mag niet overmatig zijn.
Wat zijn de doeleinden? Permanente bewakingTijdelijke bewaking
De veiligheid en de gezondheid X X De bescherming van de goederen van de onderneming X X De controle van het productproces die enkel betrekking heeft op de machines X X De controle van het productieproces die betrekking heeft op de werknemers X De controle van de arbeid van de werknemer X3. Welke voorwaarden moet de werkgever in acht nemen?
Informatie in de onderneming
Voorafgaandelijk en bij het opstarten van de camerabewaking moet de werkgever de werknemers hierover informatie geven (via de ondernemingsraad, of het comité voor preventie en bescherming op het werk, of de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis hiervan, de werknemers).
Deze informatie moet op minstens de volgende aspecten van de camerabewaking betrekking hebben:
– het nagestreefde doeleinde;
– het feit of de beeldgegevens al dan niet worden bewaard;
– het aantal en de plaatsing van de camera('s);
– de betrokken periode(s) waarin de camera('s) functioneert (functioneren).
Raadpleging
Als naar aanleiding van de informatie blijkt dat de camerabewaking implicaties voor de persoonlijke levenssfeer van één of meer werknemers kan hebben, onderzoekt de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de maatregelen die moeten worden genomen om de inmenging in de persoonlijke levenssfeer tot een minimum te beperken. Als er geen ondernemingsraad of comité bestaat, wordt dit onderzoek in samenspraak tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging uitgevoerd.
De ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, het comité voor preventie en bescherming op het werk, moet de gebruikte bewakingssystemen bovendien regelmatig evalueren en voorstellen doen met het oog ze te herzien op basis van de technologische ontwikkelingen.
Informatie aan de politiediensten : nieuwtje
Vanaf 25 mei 2018, wanneer de camera's ook derden filmen, is de werkgever ook verplicht een voorafgaande aangifte te doen bij de politiediensten via een elektronisch loket (aangiftecamera.be) en niet meer bij de Gegevensbeschermingsautoriteit zoals dit voorheen het geval was.
4. Wat zijn de implicaties met betrekking tot het arbeidsreglement?
De werkgever moet de camerabewaking eveneens opnemen in het arbeidsreglement. Bij de invoeging van een camera policy moet de gewone procedure tot wijziging van het arbeidsreglement worden gevolgd. Klanten van het sociaal secretariaat Group S kunnen bij hun dossierbeheerder een model van camera policy bekomen dat ze dan kunnen opnemen in het arbeidsreglement van hun onderneming.
5. Heeft de GDPR wijzigingen ter zake teweeggebracht?
Bij het bewaren van beelden van bewakingscamera's waarbij persoonsgegevens worden verwerkt, moet de werkgever zich schikken naar de GDPR-regels. We herinneren eraan dat elke verwerkingsverantwoordelijke vanaf 25 mei 2018 een register van verwerkingsactiviteiten moet bijhouden. De werkgever moet daarin het gebruik van camerabewaking vermelden, alsook de wijze waarop de daaruit verkregen gegevens worden gebruikt.
Bovendien kan de gefilmde persoon aanspraak maken op het recht om een kopie te verkrijgen overeenkomstig de A.V.G. De verwerkingsverantwoordelijke kan het verzoek tot toegang inwilligen, door aan de gefilmde persoon de beelden waarop hij of zij voorkomt te laten bekijken, zonder hem of haar een kopie van de gegevens te verstrekken.
6. Welke sanctie riskeert de werkgever die bovenvermelde voorschriften niet naleeft?
Beelden verkregen in overtreding van de reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer mogen niet worden gebruikt in geval van geschil.
Vermeldenswaard in dit opzicht is het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Lopez Ribada and others v. Spain. In dit geval was er sprake van een werkgever die verborgen camera's had geïnstalleerd in zijn supermarkt omdat hij sommige kassiersters verdacht van diefstal. Zijn vermoedens werden bevestigd dankzij de geplaatste bewakingscamera's. De werkgever ontsloeg aldus de werknemers om dringende reden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de werkgever het recht op privacy van deze werknemers had geschonden omdat hij zijn personeel niet had ingelicht over het bestaan van deze camera's. De werkgever mocht deze beelden dan ook niet gebruiken in het kader van het geschil. Een verwittigd werkgever zal er dus over waken dat hij de gestelde voorwaarden naleeft, om zo elke onzekerheid te vermijden.
Bronen :
E.H.R.M., LÓPEZ RIBALDA and others v. SPANJE, 9 januari 2018, 1874/13 ; 8567/13.
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 68 van 16 juni 1998 betreffende de bescherming van de persoonlijke levensfeer van de werkenemers ten opzichte van de camerabewaking op de arbeidsplaats.
Wet van 30 juli 2018 tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's met het oog op het verbeteren van de samenhang van de tekst en de overeenstemming ervan met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, B.S., 31 augustus 2018.
ISLAMI Lindiana - Legal consultant