16/04/20

Toegang tot justitie in tijden van Corona

Toegang tot justitie in tijden van Corona

Nu de semi-lockdown al een maand in voege is, begint meer en meer duidelijk te worden dat de door de overheid opgelegde restricties nog een tijdje een belangrijke impact zullen hebben op de werking van de maatschappij en de bedrijven.

Mogelijk bent u geconfronteerd met commerciële partners waartegen u, omwille van de crisis of om andere redenen, dringend of minder dringend in rechte wilt treden. 

Misschien bent u al betrokken in een lopende procedure of heeft u al een uitspraak bekomen waarmee u betaling kan bekomen van een tegenpartij.

Voor al deze situaties zijn er belangrijke wijzigingen nu ook de hoven en rechtbanken niet gespaard bleven van maatregelen. In de afgelopen weken zochten zij naar een evenwicht tussen continuïteit en goede werking van justitie enerzijds, en bescherming van de gezondheid anderzijds. 

Na enkele voorzichtige eigen initiatieven vanuit justitie, werd op 9 april 2020 Koninklijk Besluit nr. 2 gepubliceerd (KB nr. 2) dat een grote impact heeft op zowat alle burgerlijke procedures in België en dit met onmiddellijke ingang.

Het inleiden van een procedure – verlengde verjaringstermijnen

De voorbije weken was het bij de meeste rechtbanken al niet meer mogelijk om gewone zaken in te leiden. Enkel hoogdringende zaken (bv. kortgeding) konden worden ingeleid. Ook het uitbrengen van verjaringsstuitende dagvaardingen was nog mogelijk, zonder dat een behandeling van de zaak zelf op korte termijn echter mogelijk was.

KB nr. 2 komt tegemoet aan de moeilijkheden om nieuwe zaken in te leiden. Verjaringstermijnen en andere termijnen om een vordering in rechte in te stellen (bij een burgerlijk gerecht) die verstrijken in de periode van 9 april 2020 tot en met 3 mei 2020 (de einddatum kan nog worden aangepast) (“Covid-19 Periode”), worden van rechtswege verlengd tot één maand na afloop van die periode. Er is dus geen noodzaak om tijdens de Covid-19 Periode om die reden over te gaan tot dagvaarding.

Concreet: als een verjaringstermijn normaal afloopt op 20 april 2020, dan zal deze aflopen op 3 juni 2020 (of een latere einddatum).

Het verloop van procedures

Eens een procedure is ingeleid, volgt normaal een proces van het uitwisselen van schriftelijke standpunten (conclusies) volgens een vastgestelde kalender. Laattijdig indienen wordt gesanctioneerd met het weren uit de debatten.

Dergelijke conclusietermijnen en in het algemeen alle termijnen van rechtspleging op straffe van verval of een andere sanctie die verstrijken gedurende de Covid-19 Periode worden eveneens verlengd tot één maand na afloop van die periode. Eventueel daaropvolgende termijnen worden van rechtswege aangepast overeenkomstig de duur van de eerste verlenging. Indien dit ertoe leidt dat de laatste termijn minder dan één maand voor de pleitzitting verstrijkt, wordt die pleitzitting verdaagd naar de eerstvolgende terechtzitting een maand na afloop van de laatste termijn. Dit kan dus een ongewenste vertraging van de procedure tot gevolg hebben.

Om aan het uitstel van de termijnen van rechtspleging te ontsnappen, kan een partij middels een gemotiveerd verzoek aan de rechtbank aanvoeren dat de voortzetting van de rechtspleging spoedeisend is en dat vertraging gevaar oplevert. De tegenpartij krijgt in dat geval de mogelijkheid om hierop te repliceren. Het is de rechter die uiteindelijk zal beslissen. Tegen deze beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open.

De advocaten van de partijen kunnen ook afspraken maken over het behoud van de initiële termijnen of aangepaste bindende termijnen overeenkomen. Dit wordt overigens aangemoedigd door de hoven en rechtbanken. 

Wegvallen van pleidooien

Normaal wordt elke zaak afgerond met een mondelinge behandeling, waarbij de advocaat het dossier zal pleiten en de rechtbank vragen kan stellen. Dit is nu tijdelijk gewijzigd.

Zaken die voor behandeling zijn vastgesteld tot en met 3 juni 2020 (de einddatum kan worden aangepast) waarin alle partijen conclusies en (eventueel) stukken hebben neergelegd, worden immers automatisch schriftelijk behandeld. 

Indien alle partijen aanvoeren dat ze toch willen pleiten, wordt de zaak uitgesteld naar een latere datum. Indien niet alle partijen bezwaar maken tegen dergelijke schriftelijke behandeling, beslist de rechter soeverein of er al dan niet een pleitzitting (eventueel via videoconferentie) zal plaatsvinden. Tegen deze beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open. 

Een rechter heeft in ieder geval de mogelijkheid om alsnog mondelinge ophelderingen te vragen nadat een zaak schriftelijk in beraad werd genomen en dit eventueel via videoconferentie. 

Een rechtsmiddel aanwenden

Termijnen om een rechtsmiddel (voornamelijk verzet of hoger beroep) aan te wenden die verstrijken gedurende de Covid-19 Periode worden van rechtswege verlengd tot één maand na afloop van die periode.

Tenuitvoerleggen van een uitvoerbare uitspraak

KB nr. 2 voorziet niets inzake tenuitvoerlegging van een uitspraak die uitvoerbaar is. In principe blijft dit dus mogelijk. De Kamer van Gerechtsdeurwaarders heeft evenwel aan haar leden gevraagd om akten enkel te betekenen en enkel over te gaan tot gedwongen tenuitvoerlegging in geval van hoogdringendheid. In de praktijk kan het dus afhankelijk van de situatie moeilijk zijn om op dit ogenblik een vonnis te laten betekenen aan een tegenpartij of de gedwongen uitvoering hiervan te bekomen.

Conclusie

Ook de toegang tot justitie is in Corona-tijden minder vanzelfsprekend, maar uiteraard niet onmogelijk. KB nr. 2 heeft bepaalde waarborgen ingebouwd die ervoor zorgen dat het momenteel mogelijk is af te wachten.

Niettemin vormt deze crisis misschien de perfecte gelegenheid om ook alternatieve geschillenbeslechting te overwegen, zoals arbitrage, bemiddeling, bindende derdenbeslissing en onderhandelingen.

Lydian staat u graag bij om met u na te gaan wat de beste strategie is voor het oplossen van uw geschil.
 

dotted_texture