Vanaf mei t.e.m. december 2020 zijn de uitkeringen tijdelijke werkloosheid onderworpen aan lagere bedrijfsvoorheffing (15% i.p.v. 26,75%). Voor de eventuele aanvullingen die de werkgever of een sectoraal fonds betaalt wijzigt niets. Ook aan de eindebelasting wijzigt niets.
Op 20 mei stemde de plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers in met een tijdelijke verlaging van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de rva-uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid. Vanaf 1 mei t.e.m. 31 december 2020 stemt de in te houden bedrijfsvoorheffing overeen met 15 procent, i.p.v. de normale 26,75 procent.
Deze tijdelijke verlaging geldt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, en is dus niet beperkt tot louter tijdelijke werkloosheid ingevolge de coronacrisis.
Geen verlaging voor aanvullingen die werkgevers betalen
De verschuldigde bedrijfsvoorheffing daalt enkel voor de wettelijke uitkeringen, en bijgevolg niet voor eventuele aanvullingen die de werkgever of een sectoraal fonds bovenop deze wettelijke uitkeringen toekent. Voor deze aanvulling blijft de bedrijfsvoorheffing ongewijzigd, zijnde 26,75 procent.
Geen impact op de eindbelasting
De tijdelijke verlaging geldt louter voor de bedrijfsvoorheffing. De regels inzake de eindbelasting wijzigen niet. De reguliere progressieve belastingstarieven en de bestaande belastingsvermindering op werkloosheidsuitkeringen blijven dus ongewijzigd van toepassing.
Op de website van de FOD Financiën vindt u enkele veel gestelde vragen en antwoorden over de behandeling van werkloosheidsuitkeringen en aanvullingen op fiscaal vlak.
Bron: Wetsontwerp houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, Kamer doc. nr. 1174 (link). Onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Depondt Wim - legal advisor sr.