27/07/11

ONTSLAGBESCHERMING BIJ OPNAME VADERSCHAPSVERLOF

LIEDEKERKE HEADLINES LABOUR & EMPLOYMENT

In het Belgisch Staatsblad van 20 juli 2011 werd een wet gepubliceerd die kersverse vaders die vaderschapsverlof opnemen, beschermt tegen ontslag. De ontslagbescherming is niet absoluut: de werknemer kan wel ontslagen worden, maar de werkgever moet kunnen bewijzen dat de redenen voor het ontslag vreemd zijn aan de opname van het vaderschapsverlof.

Kersverse vaders (of meeouders, zie verder) kunnen vaderschapsverlof opnemen op grond van artikel 30 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Het vaderschapsverlof kan niet alleen worden opgenomen door de biologische "vader", maar ook door de persoon die gehuwd is of wettelijk samenwoont of gedurende 3 jaar onafgebroken samenwoont met de persoon ten aanzien van wie de afstamming van het kind vaststaat. In het kader van een relatie tussen partners van hetzelfde geslacht, kan de meeouder dus ook "vaderschapsverlof", of beter "geboorteverlof" opnemen. De "vader" of meeouder kan 10 dagen verlof opnemen binnen de 4 maanden na de dag van de bevalling. De werkgever moet het loon gedurende de eerste 3 dagen doorbetalen. Voor de volgende 7 dagen ontvangt de werknemer een uitkering in het kader van de wettelijke ziekteverzekering.

De werkgever kan de werknemer die gebruik maakt van zijn recht op vaderschapsverlof niet ontslaan, tenzij de werkgever kan bewijzen dat het ontslag om andere redenen werd gegeven. Zo de werkgever niet kan bewijzen dat het ontslag om andere redenen dan de opname van het vaderschapsverlof werd gegeven of bij ontstentenis van reden, moet de werkgever aan de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen. Deze vergoeding is gelijk aan het loon voor drie maanden, bovenop de vergoeding verschuldigd in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst. Deze vergoeding kan evenwel niet gecumuleerd worden met andere beschermingsvergoedingen.

Deze ontslagbescherming is geldig vanaf de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever tot drie maanden na die kennisgeving.

Een werkgever moet voortaan dus vooraleer hij een werknemer ontslaat, nagaan of de werknemer niet deze bescherming geniet. Wanneer de werknemer ontslagen dient te worden in de beschermde periode, zal de werkgever moeten kunnen bewijzen dat het ontslag om andere redenen werd gegeven dan omwille van de opname van het vaderschapsverlof.

 Voor meer informatie, contacteer: employment@liedekerke.com

dotted_texture