Nadat de sociale partners zelf geen akkoord konden bereiken over de maximale marge van de loonkostenevolutie voor de jaren 2021-2022, heeft de regering bij Koninklijk Besluit van 30 juli 2021 beslist dat deze maximale marge – de zogenaamde loonnorm – voor de jaren 2021-2022 gemiddeld maximum 0,4% bedraagt.
De door dit percentage uitgedrukte loonnorm bepaalt in welke mate de gemiddelde loonkost van een onderneming gedurende een periode van twee jaar mag stijgen en is erop gericht de internationale concurrentiepositie van België ten opzichte van de buurlanden te vrijwaren.
Met het Koninklijk Besluit van 30 juli 2021 bevestigde de regering het door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven voorgestelde percentage van 0,4% voor de jaren 2021-2022. Concreet betekent dit dat de gemiddelde loonkost binnen een onderneming in de jaren 2021-2022 met 0,4% mag stijgen. Individuele loonsverhogingen zijn dus nog steeds mogelijk, zolang de gemiddelde loonkost binnen de onderneming maximum 0,4% stijgt. Ook loonstijgingen ten gevolge van indexeringen en baremieke verhogingen worden niet gevat door de maximale marge van 0,4%.
Ondernemingen die deze loonnorm niet respecteren kunnen (althans in theorie) gesanctioneerd worden met administratieve sancties. Daarnaast kunnen overeenkomsten die met deze loonnorm strijdige loonsverhogingen bevatten nietig worden verklaard door de rechtbank. Ondernemingen doen er bijgevolg goed aan de evolutie van hun loonkost voor de jaren 2021-2022 op te volgen. Nochtans stellen wij in de praktijk vast dat er geen prioriteit is om eventuele inbreuken te bestraffen. Eén van de redenen daarvoor is dat het zeer moeilijk is om een inbreuk vast te stellen.