In een arrest van vandaag, 16 april 2013, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie ("HvJ") geoordeeld dat het Vlaams Taaldecreet onverenigbaar is met het artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"), dat het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie waarborgt.
Het Vlaams Taaldecreet
Het Vlaams Taaldecreet van 19 juli 1973 legt aan natuurlijke personen en rechtspersonen die een exploitatiezetel in het Nederlandse taalgebied hebben, de verplichting op om het Nederlands te hanteren in de sociale betrekkingen tussen werkgevers en werknemers. Stukken of handelingen gesteld in een andere taal zijn nietig, zonder dat deze nietigverklaring schade mag berokkenen aan de werknemer.
Het Vlaams Taaldecreet werd in vraag gesteld door een Belgische vennootschap met exploitatiezetel in Antwerpen. De vennootschap maakt deel uit van een multinationale groep. Zij had een Engelstalige arbeidsovereenkomst gesloten met een Nederlander, die in België maar ook in Nederland zou presteren. Na ontslag wenste de vennootschap zich te beroepen op de arbeidsovereenkomst - allicht op het opzeggingsbeding daarin opgenomen - maar de werknemer riep daarop het Vlaams Taaldecreet in. De Antwerpse Arbeidsrechtbank stelde een prejudiciële vraag aan het HvJ.
Uitspraak van het Hof
Het HvJ herhaalt haar vroegere rechtspraak dat nationale maatregelen die het vrij verkeer van werknemers belemmeren, slechts toelaatbaar zijn mits zij een doel van algemeen belang nastreven, en evenredig zijn met het nagestreefde doel.
De doelstellingen van het Vlaams Taaldecreet zijn volgens de Vlaamse Regering drievoudig: (i) de bevordering van het gebruik van de Nederlandse taal (ii) de bescherming van de werknemer door hem in staat te stellen zijn eigen taal te gebruiken en (iii) het waarborgen van de doeltreffendheid van de controle en het toezicht door de sociale inspectie.
Het HvJ acht elk van deze doelstellingen geoorloofd, maar stelt dat de bepalingen van het Vlaams Taaldecreet in de context van een arbeidsrelatie met een grensoverschrijdend karakter verder gaan dan strikt noodzakelijk is voor het bereiken van deze doelstellingen.
In deze grensoverschrijdende context wordt het Vlaams Taaldecreet dan ook onverenigbaar geacht met het principe van het vrij verkeer van werknemers.
Het blijft even afwachten hoe de Vlaamse decreetgever zal reageren op dit arrest. Zal hij het Vlaams Taaldecreet integraal hervormen, of zal de aanpassing zich beperken tot arbeidsrelaties met een grensoverschrijdend karakter ? Wij houden u verder op de hoogte.