CAO 103ter, geadopteerd door de Nationale Arbeidsraad op 20 december 2016, harmoniseert en past sommige regels aan m.b.t. het recht tot tijdskrediet. Wij analyseren de belangrijste krachtlijnen hieronder.
1. Afschaffing van het recht tot tijdskrediet zonder motief
Het recht tot tijdskrediet zonder motief is ten eerst definitieve afgeschaft. Het is bijgevolg niet meer mogelijk een tijdskrediet aan zijn werkgever te vragen om een wereldtour te maken of een nieuwe activiteit te starten. Behalve voor eindeloopbaan, zal slechts het tijdskrediet met motief (het verlenen van zorg of het volgen van een vorming) nog aangevaard worden.
2. Uitbreiding van het tijdskrediet met motief zorg
CAO 103 breidt vervolgens het recht op tijdskrediet met motief zorg uit, tot een periode van maximum 51 maanden, onder eender welk gekozen regime (voltijds, deeltijds of 1/5). Zijn door deze uitbreiding geviseerd, tijdskredieten genomen voor de volgende motieven:
(i) zorgen voor zijn kind dat jonger is dan 8 jaar;
(ii) het verlenen van palliatieve zorgen;
(iii) zorg of bijstand verlenen aan een zwaar ziek gezins-of familielid;
(iv) zorgen voor zijn gehandicapt kind dat jonger is dan 21 jaar; en,
(v) zorg of bijstand verlenen aan een zwaar ziek minderjarig kind.
3. Betrokkenheid van de behandelend arts voor de tijdskrediet voor medische bijstand
Om het oneigenlijk gebruik van de tijdskrediet voor medische bijstand te vermijden, voorziet CAO 103 ter dat de behandelend arts op het attest waarmee het tijdskrediet wordt aangevraagd moet aanduiden of de zorgbehoefte effectief een voltijdse loopbaanonderbreking, een deeltijdse vermindering of een vermindering met 1/5de vereist.
4. Vereenvoudiging van de aanrekeningsregels van de reeds genomen tijdskrediet periodes
Voortaan moet rekening gehouden worden met al de periodes van tijdskrediet zonder motief (proportioneel) en met motief (in maanden) reeds genomen, in chronologische volgorde, om te bepalen of de werknemer nog recht op tijdskrediet heeft (“berekening van het beschikbaar krediet”). De eerste twaalf maanden tijdskrediet zonder motief die de werknemer reeds heeft genomen, moeten geneutraliseerd worden in voltijdse equivalenten. Zo behoudt de werknemer die reeds het maximum van twaalf maanden loopbaanonderbreking of tijdskrediet zonder motief heeft genomen in voltijds equivalenten, zijn volledig recht op tijdskrediet met motief. Al de periodes die de werknemer heeft opgenomen bovenop de geneutraliseerde periode, worden daarentegen wel aangerekend.
5. Eindeloopbaan tijdskredieten: berekening van de beroepsloopbaan en van de anciënniteit
De CAO 103ter wijzigt ook de regels voor de berekening van het loopbaanverleden van 25 jaar vereist voor het verkrijgen van een eindeloopbaan tijdskrediet. Op deze wijziging wordt in het kader van huidige news niet verder ingegaan.
Bovendien, wat de anciënniteit voorwaarde van 24 maand betreft, worden de dagen gedekt door een ontslagcompensatievergoeding of een verbrekingsvergoeding, aan een effectieve tewerkstelling gelijkgesteld.
6. Deeltijdse tewerkstelling bij twee werkgevers en 1/5de tijdskrediet
Momenteel bepaalt CAO 103 dat een 1/5de tijdskrediet slechts toegankelijk is voor werknemers die gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een arbeidsregime dat gespreid is over minstens 5 dagen en die voltijds tewerkgesteld zijn. CAO 103ter biedt thans het recht op 1/5de tijdskrediet aan werknemers die twee deeltijdse functies combineren bij twee werkgevers, op voorwaarde dat de som van de twee deeltijdse tewerkstellingen minstens gelijk is aan een voltijdse tewerkstelling en mits het akkoord van de werkgever of de werkgevers bij wie de schriftelijke aanvraag tot tijdskrediet wordt ingediend.
7. Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen
CAO 103ter zal in werking treden uiterlijk op 1 april 2017 en zal van toepassing zijn op alle aanvragen en aanvragen tot verlenging waarvan de werkgever in kennis wordt gesteld.
Echter, om de continuïteit van het oude systeem te waarborgen, blijven de regels die van toepassing waren voor de datum van inwerkingtreding van CAO 103ter, van toepassing op de werknemers die zich op datum van inwerkingtreding van de nieuwe CAO in een lopend stelsel van tijdskrediet of loopbaanvermindering bevinden.