Veel pensioenplannen maken op vandaag nog een onderscheid tussen arbeiders en bedienden: arbeiders bouwen een lager aanvullend pensioen op of genieten eenvoudigweg geen aanvullend ondernemingspensioen. Vanaf 1 januari 2025 zal een dergelijk onderscheid beschouwd worden als een verboden discriminatie. Dat lijkt misschien nog veraf, maar ook in de aanloop naar 2025 moet u reeds waakzaam zijn.
Tot 2025 bevinden we ons immers in een stand-stillfase, hetgeen betekent dat er geen nieuwe verschillen ingevoerd mogen worden op basis van het criterium arbeider-bediende, en dat bestaande verschillen ook niet vergroot mogen worden.
Een concreet voorbeeld: uw bedienden zijn aangesloten b een pensioenplan, uw arbeiders niet. Tot 2025 kan deze situatie in principe behouden blijven zonder dat het een discriminatie uitmaakt. Maar wanneer u de bedienden volgend jaar wil belonen door de pensioenbijdrage te verhogen of hun overlijdensdekking te verbeteren, dan vergroot u daarmee het bestaande verschil met de arbeiders, en dat mag niet, tenzij u de aanpassing kan kaderen in een traject van harmonisatie van de verschillende statuten.
Wij adviseren u graag over wat er nog mogelijk is in deze fase en hoe u bestaande verschillen op een budgetneutrale wijze kan wegwerken tegen 2025.
TIP 5
Kernpunten
- Vanaf 2025 mag uw pensioenplan geen onderscheid meer maken op basis van de categorie arbeiders - bedienden.
- Andere objectieve categorieën (kaderleden, handelsvertegenwoordigers) zijn wel nog toegestaan.
- Ook planwijzigingen die u doorvoert vóór 2025 kunnen onrechtmatig zijn wanneer zij een bestaand onderscheid vergroten.
